Inhoud beheersverordening (strafbepalingen, vervallen van recht)
14 juni 2006
Vraag nummer: 4502 (oude nummer: 8117)
In het kader van ons project Beter omgaan met regelgeving is de beheersverordening begraafplaatsen getoetst. Over twee vragen hebben we verschil van inzicht.
1 Is het denkbaar dat de strafbepalingen uit de beheersverordening worden gehaald en in de Apv worden geplaatst, omdat dat echt een strafverordening is.
2. Is het volgens u mogelijk om in een verordening te bepalen dat grafrechten buiten de termijnen van het BW komen te vervallen indien niet binnen een in de verordening opgenomen termijn van een jaar een verzoek tot overschrijving wordt ingediend?
Antwoord:
Geachte heer,
1. Ik denk niet dat er een wettelijke belemmering is, maar het is in ieder geval niet logisch om de strafbepalingen die behoren bij bepaalde handelingen in een verordening, te plaatsen in een andere verordening. Dat stuit tegen de logica die in elke wet of verordening zit. Je moet in de betreffende wet zelf kunnen lezen of iets strafbaar is of niet. Het is niet logisch om in een heel andere verordening te moeten gaan kijken. Zo werkt de APV ook niet ten aanzien van andere gemeentelijke verordeningen, voor zover ik weet. Ik zou het me kunnen voorstellen dat bijvoorbeeld bepalingen van openbare orde in de hele gemeente die óók de begraafplaats betreffen, wel in de APV staan. Maar ik vind het te gekunsteld als typisch begraaf-aangelegenheden niet in de beheersverordening staan. Ik denk ook dat dat bij de uitvoering door de vakafdelingen misverstanden geeft; zo is men niet gewend te werken. Ook de burger, maar ook bijvoorbeeld in voorkomende gevallen hun advocaat, zal niet snel op de idee komen elders te gaan kijken. Zo werkt het niet in Nederland. Ik zou op het punt van de strafbaarheid gewoon het VNG-model volgen.
2. Ik begrijp de vraag niet helemaal. U bedoelt de termijnen van verjaring? Van 5 jaar of 30 jaar? Ik denk dat dat een misverstand is, om dat te betrekken op grafrechten.
De verjaringstermijnen van het Burgerlijk Wetboek spelen als iemand een recht of een vordening heeft, maar die niet gebruikt of er geen kennis van draagt. Ik denk niet dat 'het recht om om overschrijving te vragen' vergelijkbaar is met bijvoorbeeld een geldelijke vordering of het door langdurig feitelijk gebruik vestigen van een erfdienstbaarheid. Maar los daarvan zie ik er de zin niet van in. Het VNG-model heeft een bruikbare model-bepaling op dit punt en ik zie het nut niet om te bepalen dat je bijvoorbeeld na 5 jaar geen enkele aanspraak op overschrijving meer kan vragen. Of om dat uit te sluiten. Dat is veel te ver gezocht. Ik zie niet dat één van betrokken partijen na 5 jaar het vervallen van het 'recht' om overschijving te vragen zal inroepen, daar heeft niemand belang bij. Als de gemeente het graf na enkele jaren toch niet wil overschrijven, moet ze het ruimen. Het kan zijn dat dat niet mogelijk is wegens de wettelijke termijn van grafrust. Maar dat betreft de inhoud van het graf; het monument kan wel worden geruimd. De gemeente heeft er baat bij dat iemand voor het graf verantwoordelijk is, want daar kan zij risico's op afschuiven (al zit het VNG-model op dit punt onvoldoende verstandig in elkaar).
Ik zie geen nut of noodzaak, los van de vraag of het soort recht of vordering dat soms verjaart van een ander karakter is, omdat niemand een 'recht tot overschrijving' heeft. Dat is niet gepersonificeerd, zoals dat bij vorderingen gewoonlijk wel is. Maar dat wordt een te theoretisch verhaal.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten