Eeuwigdurendheid graf en reglement
15 mei 2003
Vraag nummer: 2246 (oude nummer: 2670)
Wed, 14 May 2003 20:11
Geachte Heer v.d.Putten,
10 jaar geleden hebben wij van een kerkelijke gemeente een graf gekocht op een door hen beheerde begraafplaatsen. Daarbij is overeengekomen dat graven door de nabestaanden dienen te worden onderhouden en bij het uitblijven daarvan na 25 jaar weer in eigendom komen van de gemeente en eventueel kunnen worden geruimd. Dit is tevens de enige schriftelijke voorwaarde. Als ik dit goed begrijp dan is get graf in principe eeuwigdurend zolang het graf niet verwaarloosd wordt. Is dit juist?
De overeenkomst die voor het overige alleen mondeling tot stand is gekomen hielt in dat er geen sprake was van een algemene onderhoudsbijdrage omdat dit gefinancieerd werd uit het fonds dat gevormd was uit de verkoop van de grafrechten. Er was verder geen reglement.
In 2000 heeft de Gemeente gemeend wèl een reglement in het leven te roepen en wil dat nu ook van toepassing laten zijn op graven die daarvoor zijn uitgegeven. De consequentie hiervan is dat er nu rekeningen voor algemeen onderhoud gestuurd worden, terwijl dit in strijd is met een eerdere overeenkomst. Hoe kunnen wij ons hiertegen verweren? Vriendelijk dank.
Antwoord:
Geachte heer of mevrouw,
Zonder nadere gegevens, zoals te weten waar dit speelt, wat er precies op het papiertje staat dat u 10 jaar geleden kreeg, of u ergens een handtekening hebt geplaatst, of u een kwitantie hebt gehad en wat daar op staat, wat er nu in het reglement staat, wat de inhoud van de mondelinge afspraken was en met wie die zijn gemaakt (was het een persoon die statutair of anders de kerkelijke gemeente kon binden) en of die persoon ergens een handtekening heeft geplaatst, is er eigenlijk geen antwoord te geven op uw vraag.
In het algemeen kan ik het volgende opmerken.
Als er 10 jaar geleden een graf is gekocht zonder schriftelijke overeenkomst, is dat in strijd met de wet. 12 jaar geleden is als voorwaarde voor de totstandkoming van een overeenkomst inzake het verkrijgen van een grafrecht (u koopt nooit; de begraafplaats blijft altijd eigenaar van de grond en het graf) in artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging opgenomen, dat de overeenkomst schriftelijk moet zijn. Dat er geen schriftelijk stuk is, kan in uw voordeel werken in die zin, dat u niet aan bepaalde verplichtingen gebonden bent. Anderzijds kan de kerkvoogdij op dit moment stellen dat u helemaal geen grafrecht hébt, want u hebt geen schriftelijke overeenkomst.
Een reglement is vanuit juridisch oogpunt niet meer of minder dan een set algemene voorwaarden, net zoals tal van bedrijven die hanteren. Sinds 1 januari 1992 staat in het Burgerlijk Wetboek dat zulke algemene voorwaarden slechts gelden als zij vóór het totstandkomen van de overeenkomst aan de wederpartij zijn overgelegd. Daarom bevatten tal van formele brieven die men krijgt, van het telecombedrijf, een middelgroot loodgietersbedrijf, de autodealer, etc. aan de achterzijde een grote brij van kleine grijze letters. Zo voldoet men aan de wettelijke verplichtingen om die voorwaarden geldig laten zijn. Begraafplaatsen van kerkgenootschappen, stichtingen en andere particuliere instellingen moeten ook vóór de overeenkomst tot grafuitgifte hun algemene voorwaarden overleggen. Gebeurt dat niet, dan is men niet gebonden. Ik heb de afgelopen jaren diverse zaken gezien van advocaten die namens rechthebbenden op graven onmin spuiden over bijvoorbeeld voorschriften over grafmonumenten: in de eerste regels werd dan standaard opgemerkt dat de betreffende begraafplaats niet haar reglement tijdig had overgelegd, zodat de rechthebbende niet gebonden was. In de door u geschetste situatie kan ik zeggen dat zelfs als er 10 jaar geleden een reglement was geweest, u niet gebonden was als het niet tijdig overgelegd was. En met een reglement uit 2000 hebt u niets te maken.
Dat laatste gaat niet op voor alle aspecten waar u mee te maken hebt. Als in een nieuw reglement in 2000 bijvoorbeeld nieuwe tijden worden vastgesteld waarop de begraafplaats niet toegankelijk is, of waarop begraven wordt, dan geldt dat voor iedereen die de begraafplaats bezoekt. Ook andere zaken van algemene aard, bijvoorbeeld dat er geen toeschouwers bij een ruiming mogen zijn, kan men later verplichten of wijzigen. Ook mag men bijvoorbeeld een grotere fundering voor grafmonumenten verplicht stellen. En zo is er een hele lijst te maken. Maar er zijn dingen waar rechthebbenden van oudere graven geen boodschap aan hoeven te hebben, zoals het plotseling invoeren van een verplichting tot het bekostigen van onderhoud van de begraafplaats, of een nieuwe bepaling dat een grafrecht eindigt als de begraafplaats wordt gesloten. Zulke direct in de bestaande contractuele relatie ingrijpende verplichtingen gelden niet voor oude contracten. Niemand kan achteraf zomaar eenzijdig een bestaand contract wijzigen. Dat geldt zowel voor het telecombedrijf en de loodgieter als voor de houder van een begraafplaats.
U schrijft dat mondeling is overeengekomen dat graven door de nabestaanden dienen te worden onderhouden en bij het uitblijven daarvan graven na 25 jaar weer in eigendom komen van de kerkelijke gemeente en eventueel kunnen worden geruimd. En dan vraagt u of juist is dat het graf in principe eeuwigdurend is, zolang het graf niet
verwaarloosd wordt. Dat weet ik niet. Het hangt van de mondelinge afspraken af, plaatselijke gebruiken en wellicht ook van wat er later in het reglement staat, dan wel in een oud vergeten reglement. Ik kan het zo niet beoordelen. Ik heb wel vaker meegemaakt dat mensen dachten een eeuwig grafrecht te hebben, terwijl bij nadere bestudering van de omstandigheden bleek dat het juridisch om zogenaamde algemene graven ging. Ik ken ook vele voorbeelden -ook vandaag de dag nog - dat er een oud reglement is, maar dat men dat niet goed vindt, en dat men het niet afgeeft, denkende: we maken binnenkort een nieuw en dat gaat dan maar gelden. Dan is het zo, dat in principe dus een oud reglement, dat u niet kent, gold. Wat echter niet rechtsgeldig is, omdat het niet overhandigd werd. Maar er is nog wel uit af te leiden wat de strekking van het grafrecht was, bijvoorbeeld of het eeuwigdurend was of niet.
Ook vandaag de dag krijgen mensen vaak geen reglement, omdat de begraafplaatseigenaar aan een nieuwe versie werkt. Men leeft dan met de idee (juridisch gezien een volstrekt onzinnig en compleet onterecht idee), dat het nieuwe reglement van toepassing zal zijn op die grafuitgifte. Dat is onmogelijk. Een niet bestaand en mede daarom niet tijdig overhandigd reglement kan nimmer van toepassing zijn. Terugwerkende kracht kan niet, tenzij de essentiële voorwaarden (onderhoudsverplichting, termijn grafrecht, tijdstip en voorwaarden eindigen grafrecht e.d.) al wel op het moment van uitgifte van het graf (schriftelijk!) zijn medegedeeld. Maar dat verzuimt men vaak.
Een beetje een twijfelgeval is de situatie dat er al wel een onderhoudsverplichting voor het graf was (zeg maar in natura: u moest het zelf onderhouden), maar dat die wordt omgezet in een betalingsverplichting omdat gebleken is dat zo weinigen hun verplichting nakomen en dat de begraafplaats het onderhoud van graven nu maar collectief regelt. Is dat een nieuwe voorwaarde waar u niet aan gebonden was? De essentie, verplichting tot onderhoud, is gebleven. Alleen wil men het nu in geld zien en niet meer in natura. Ik ben geneigd om te zeggen dat men er dan toch aan gebonden is, omdat de wijziging van natura naar pecunia relatief ondergeschikt is aan de verplichting. Maar anderen kunnen daar een andere visie op hebben. Er zijn mij geen rechtszaken over dit type vraagstuk bekend.
Echter, wanneer het gaat om een bijdrage aan het algemeen onderhoud van de begraafplaats, is dat iets anders dan het onderhoud van het eigen graf(monument). Aan de invoering van zon verplichting bent u niet gebonden, als het niet eerder overeengekomen is. Maar stelt dat u een grafrecht voor 20 jaar hebt, dan bent u bij de verlenging met 10 jaar tot 30 jaar weer wél aan zon verplichting gebonden, als er op dat moment een reglement is. Althans, een normale voorwaarde is dat verlengingen geschieden op de voet van een op dat moment geldend reglement (voor zover althans de essentie van het grafrecht niet wordt aangetast en dat is bij een verplichting tot betaling van een bijdrage in het algemeen onderhoud van de begraafplaats niet het geval).
Een sluitend antwoord op uw vraag is zonder kennis van meer details niet te geven. Maar wellicht hebt u al iets aan deze overwegingen.
mr W.G.H.M. van der Putten
14 mei 2003