Begraven na zonsondergang (in strijd met verordening)
26 april 2003
Vraag nummer: 2189 (oude nummer: 2600)
Thu, 29 Apr 2003 20:12
Geachte heer van der Putten,
Hierbij wil ik het volgende aan u voorleggen.
De gemeente Xxxxxxxxxxxx heeft van een broer van een terminale patiënte het volgende schriftelijke verzoek gehad.
Hierin verzoekt de broer namens zijn zuster om haar te mogen begraven na zonsondergang met het gebruik van fakkels.
In zijn brief liet hij al doorschemeren dat hij een negatief advies verwachtte. Voordat de brief schriftelijk werd afgedaan heb ik deze broer telefonisch meegedeeld dat in de schriftelijke afhandeling inderdaad negatief beslist zou worden.
Hieronder zal ik citeren wat de gemeente, de verzoeker heeft meegedeeld.
"Uw verzoek om in het donker te begraven kan volgens de beheersverordening van de gemeentelijke begraafplaatsen artikel 3, lid 1, na zonsondergang niet plaatsvinden. De Wet op de lijkbezorging artikel 35 geeft aan: Tenminste elke dag welke geen zondag of algemeen erkende feestdag is, wordt gelegenheid tot begraven gegeven gedurende een redelijke tijd, bij gemeentelijke verordening te bepalen."
De brief is door Burgermeester en Wethouders van Xxxxxxxx namens de directeur van de Dienst Openbare Werken ondertekend.
Tot zover de inhoudelijke strekking van de brief aan de broer.
De patiënte is afgelopen weekeind overleden, en sinds die tijd zijn er allerlei telefoontjes gepleegd, zowel door haar broer als door een voormalig raadslid. De strekking van deze telefoontjes was dat er door een wethouder zou zijn toegezegd dat het begraven na zonsondergang geen bezwaar zou opleveren. Deze telefoontjes werden in eerste instantie door mij afgehouden om reden dat ik alleen maar op de hoogte was van de geschreven afwijzing. Er werd zelfs door het voormalige raadslid op aangestuurd dat ze het dan wel via de burgermeester zou laten lopen. Toen heb ik allereerst geprobeerd om de desbetreffende wethouder te spreken te krijgen, die om persoonlijke redenen niet te spreken was.
Aansluitend de directeur van Openbare Werken gebeld, die echter een bespreking had. De telefoniste zou hem na afloop van de bespreking mijn mobiele nummer doorgegeven met de vraag of hij mij zou willen terugbellen. Even later belde de telefoniste met de mededeling dat de directeur het had doorgespeeld aan mijn plaatsvervangende opzichter, die mij niet lang nadien hierover opbelde. In eerste instantie heb ik hem geprobeerd hierover uitleg te geven via de telefoon, wat niet geweldig lukte. Het resultaat was dat ik na enige tijd samen met hem bij de plaatsvervangende wethouder zat alwaar ik de situatie uitlegde. Deze was enigszins op de hoogte van het probleem, maar omdat er geen uitsluitsel via de betrokken wethouder te krijgen was ging hij er van uit dat die de toezegging wel gedaan zou hebben.
Aansluitend werd de broer opgebeld met de mededeling dat het een en ander volgens de gedane toezegging kon plaatsvinden.
Mijn vraag aan u op dit moment is of er op de een of andere manier actie door mij kan worden ondernomen naar aanleiding van het bovenstaande en of dat zinvol is. U zult wellicht kunnen begrijpen dat ik mij door mijn wethouder redelijk belazerd voel. Ik realiseer mij ook dat het bovenstaande wellicht een precedent schept, hetgeen ik ook heb aangekaart bij de plaatsvervangende wethouder, die dit echter afdeed met de opmerking dat per verzoek de gemeente kan beslissen of er wel dan geen toestemming gegeven wordt.
Ook vraag ik mij af in hoeverre mijn collegas die straks het graf gaan dichten nog wel in staat zijn om behoorlijk hun werk te verrichten in het donker. Uiteraard kan er middels een aggregaat voldoende verlichting worden geregeld waarvan de kosten mijn inziens dan gedragen moeten worden door de opdrachtgever.
Wellicht zijn er nog meer aspecten die op dit moment aan mijn waarneming ontsnappen.
Ik hoop dat u mij met wat raad en advies wilt bijstaan.
Bij voorbaat mijn hartelijke dank.
Met vriendelijke groet,
Beheerder begraafplaatsen Xxxxxxxxxx,
Antwoord:
Geachte heer,
Het is natuurlijk allesbehalve plezierig als een lid van B&W medewerkers min of meer afvalt, door in strijd met de gangbare regels een bepaalde toezegging te doen. Als medewerker voel je je dan toch een beetje in je hemd gezet. Terwijl je niets anders doet en deed dan om te vertellen wat de regels zijn waar je je aan te houden hebt. Een medewerker heeft geen vrijheid om op die door de gemeenteraad vastgestelde regels een uitzondering te maken. En een wethouder ook niet, maar doet het toch. Onnadenkend. Want zeggen dat begraving na zonsondergang geen bezwaar is, is in eerste instantie een uiting van onkunde. Want de kern van de zaak is, dat die regels er niet voor niets zijn. Want terecht merkt u op dat het maar de vraag is of u en uw medewerkers hun werk in het donker wel behoorlijk kunnen doen. Het werken zonder goed zicht is altijd een handicap. Moet het graf al s avonds worden gedicht? Is het verantwoord om het graf slechts een beetje te dichten en om het s nachts zo te laten liggen en het karwei de volgende ochtend af te maken? Ik denk dat e.e.a. strijdt met Arbo-wetgeving qua veiligheid voor medewerkers. En kun je als gemeentebestuur medewerkers wel verplichten om op dit soort buitengewone uren in buitengewone omstandigheden werkzaamheden te verrichten? Strikt genomen denk ik van niet. Wel, als er een soort noodsituatie is, wanneer er een soort ramp is gebeurd en erg veel begrafenissen in hele korte tijd moeten plaatsvinden. Maar ook als iemand dat alleen maar een erg mooi idee vindt, begraven met fakkellicht? Ik kan me best voorstellen dat zoiets op sommige begraafplaatsen onder bepaalde omstandigheden geen probleem hoeft te zijn. Ik heb onlangs bij de wijziging van een beheersverordening in een gemeente op verzoek - de mogelijkheid geopend om op buitengewone dagen en uren te begraven, maar daarbij is in de toelichting ook aangegeven dat dat alleen kan als de omstandigheden goed zijn en er personeel is dat bereid en beschikbaar is om het uit te voeren. Er zal dan ook voldoende verlichting moeten zijn voor de werkzaamheden, bijvoorbeeld.
Ik kan me best voorstellen dat u zich redelijk belazerd voelt. Het is een schrale troost als ik opmerk dat u niet de eerste en zeker ook niet de laatste ambtenaar zult zijn die op deze manier door leden van het college voor het blok wordt gezet. Wat kunt u er aan doen? Feitelijk, in deze situatie, denk ik, niets.
Maar ik denk dat het wel verstandig is om deze kwestie met uw sectordirecteur te bespreken en later samen met uw directeur met de wethouder. Ik denk dat een wethouder weinig idee heeft van de implicaties, zoals het onveilig werken en het werken op buitengewone uren en omstandigheden, die niet normaal zijn en redelijkerwijs van medewerkers niet gevraagd kunnen worden. Een bestuurder moet geen toezeggingen doen over zaken die hij niet kan overzien. Hij moet eerst eens met de sector overleggen over de mogelijkheden. Wellicht zijn die er wel, maar stem daarover met betrokken ervaren medewerkers af, is het eerste devies.
Als de wethouder dat zelf niet inziet en een betere afstemming belooft voor toekomstige gevallen, zo zich die ooit zouden voordoen, dan is het wellicht verstandig om de kwestie aan te kaarten bij vakbonden en ondernemingsraad. Ik meen dat het niet acceptabel is om personeel zonder objectieve noodzaak op zeer ongebruikelijke tijdstippen en in toch wel risicovolle situaties te laten werken. En ook voor bezoekers is het niet zonder risico om achter in een stoet op een pikdonker terrein met tal van obstakels rond te lopen.
Op dit punt is er natuurlijk ook een taak voor uw superieuren, om niet met hun mensen te laten sollen en om voor u en uw medewerkers op de bres te springen. Daar zijn ze ook voor.
Wat kosten en zo betreft: ja, ik zou het redelijk vinden als die op de opdrachtgever of de rechthebbende op het graf verhaald kunnen worden, maar het is naar de vraag of dat kan. Ik weet niet of uw legesverordening er in voorziet dat buitengewone kosten kunnen worden verhaald, dan wel of een andere grondslag denkbaar is. En hoe zit het met declaraties voor overwerk in buitengewone omstandigheden?
Wat eigenlijk had moeten gebeuren, maar daar is het nu te laat voor, is dat u niet had moeten afgaan op allerhande verhalen en informele contacten. U bent te snel en eigenlijk te meewerkend geweest, door zelf op onderzoek uit te gaan en het bestuur op te zoeken. Ten eerste is het zo dat een wethouder formeel niets kan beslissen: een 'geldig' besluit kan er alleen zijn van het college, tenzij bepaalde zaken zijn gedelegeerd. Ik zou in uw geval het verhaal hebben voorgelegd aan de directeur, die zich er niet zo afschuiverig van af had mogen maken. Ik zou in uw plaats pas actie hebben ondernomen als ik een formele dienstopdracht zou hebben gehad. Ú handelt nu in strijd met de regels, maar alleen op basis van wat juridisch niets anders is dan borrelpraat. In deze zaak bent u min of meer overdonderd, maar er zijn risico's aan het geheel verbonden en het bestuur en uw superieuren dienen die op zich te nemen door een dienstopdracht te geven.
Kortom: ik zou proberen om de begraving nu naar beste inzet zo goed mogelijk te laten verlopen, maar de kwestie principeel ook bij uw directeur en het bestuur aankaarten. Dit soort overvallen moet duidelijk niet weer gebeuren.
Met vriendelijke groeten,
mr W.G.H.M.van der Putten
29 april 2003