Het sluiten en ruimen van een bijzondere begraafplaats
7 mei 2003
Vraag nummer: 2226 (oude nummer: 2645)
Wed, 7 May 2003 14:52
Geachte heer van der Putten,
Mijn vragen zijn:
Als men de begraafplaats wil sluiten hoeveel jaar moet men dan nog van de graven afblijven voordat er geruimd zou kunnen worden?
En hoe zit het met de graftermijnen die hiernog op rusten, we praten hier over onbepaalde tijd, mag men dan na het sluiten van de begraafplaats binnen een bepaalde tijd wel ruimen?
Gaarne verneem ik van u hoe het één en ander in zijn werk gaat en op wat voor problemen men zou kunnen stuiten.
Met vriendelijke groet,
C. van der Zwaard
Antwoord:
Geachte heer,
Men kan op heel veel problemen stuiten. Maar ja, je moet ergens beginnen.
Ten eerste moet er onderscheid worden gemaakt tussen het 'sluiten' en het 'opheffen' van een begraafplaats. Sluiten is volgens de wet alléén maar, dat er op die begraafplaats niet meer begraven mag worden. Maar de bestaande graven blijven dan gewoon in stand. Opheffen is een stap verder: dan wordt het terrein van graven geschoond.
Bij sluiting is soms een schadevergoeding aan de orde voor mensen die nog een in graf bijgezet hadden 'moeten' worden. Denk aan een vrouw die op 30-jarige leeftijd weduwe is geworden en op 93-jarige leeftijd overlijdt. In zo'n geval kan een schadevergoeding 'in natura' passend zijn: het op kosten van de houder van de begraafplaats overbrengen van de stoffelijke resten van de man en het grafmonument naar een nieuw graf op een andere begraafplaats.
Overigens kunnen op een gesloten begraafplaats altijd nog asbussen in graven worden bijgezet.
Sluiting van een begraafplaats is op zich geen juridische grond om graven te ruimen. Uiteraard kunnen graven waarvan de termijn van uitgifte verstreken is, altijd worden geruimd. Maar dat staat los van het wel of niet sluiten van de begraafplaats. Zelfs de opheffing van de begraafplaats leidt niet automatisch tot opheffing van lopende grafrechten en de mogelijkheid van ruiming. Een graf kan ook rechtsgeldig blijven bestaan als de begraafplaats er om heen een andere bestemming heeft gekregen!
In veel beheersverordeningen, beheersreglementen van bijzondere begraafplaatsen en grafbrieven is vroeger bepaald dat het grafrecht eindigde, als de begraafplaats gesloten zou worden. Ik heb dat overigens altijd een ondoordachte regeling gevonden, omdat bij sluiting de begraafplaats blijft bestaan, maar het vervallen van de grafrechten er voor zorgt dat de houder van de begraafplaats geen inkomsten meer kan krijgen voor het onderhoud. Zo snijdt de begraafplaats zich vooral in eigen vingers, want ruiming kan pas plaats vinden na 10 jaar na de laatste begrafenis in een graf. Er ligt in de praktijk nog een ruime periode tussen sluiting en opheffing, vaak van vele tientallen jaren. En dan levert de begraafplaats in die periode letterlijk geen cent op. Maar dat terzijde.
Concreet moet ik uw vraag of graven die voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven, na sluiting geruimd mogen worden, beantwoorden door te zeggen: kijk in het beheersreglement uit de periode dat de graven zijn uitgegeven en kijk in de grafbrieven. Als dáárin is gesteld dat de grafrechten vervallen bij sluiting van de begraafplaats, dan kunnen de graven geruimd worden. Ook, als gesteld is dat de graven blijven bestaan zolang de begraafplaats in exploitatie is, dat wil zeggen tot het moment dat de begraafplaats opgeheven wordt. Maar dat is, ook in de tijd, een stap verder dan sluiting. Maar als het daar niet is bepaald, vervallen de rechten dus niet.
Nu is vaak het praktische probleem, dat er geen oude beheersreglementen waren, of dat ze niet bewaard zijn. En dat is zo verschrikkelijk onverstandig. Want dan kun je op een vraag als de uwe dus geen antwoord geven. Jongere reglementen, dus van een latere datum dan die van de uitgifte van een graf, zijn op dit punt niet relevant. Als bijvoorbeeld een graf voor onbepaalde tijd in 1890 is uitgegeven, zonder de clausule dat de rechten vervallen bij sluiting of opheffing van de begraafplaats, dan vervallen de rechten dus niet. Als er bijvoorbeeld sinds 1930 een nieuw reglement is dat zegt dat grafrechten wèl kunnen vervallen bij sluiting van de begraafplaats, dan geldt dat niet voor graven van vóór 1930. Grafrechten zijn zakelijke rechten. En je kunt een contract niet later eenzijdig wijzigen door te stellen dat de rechten op een bepaald moment vervallen.
Er kunnen echter nog andere middelen zijn om van de grafrechten af te komen.
Een gebruikelijk voorschrift was dat een graf op naam van een rechthebbende moet staan. Als de rechthebbende is overleden, moet het grafrecht binnen een bepaalde termijn, vaak 12 maanden, zijn overgeschreven op een andere (rechts)persoon. Als dat niet gebeurd is, kan het grafrecht vervallen. Maar ook hier geldt, dat deze bepaling moest bestaan op het moment van uitgifte van het graf. Dus kom je weer bij oude reglementen en aktes uit.
Een ander punt is, dat sinds 1991 in de wet staat, dat als het monument ernstig verwaarloosd is, het recht kan vervallen. Dan heb je niets te maken met oude reglementen.
Nóg een ander punt is, dat graven kunnen worden onteigend. Dat staat op zich overigens los van sluiting van een begraafplaats. Maar dan moet er een héél zware reden zijn om de grond een andere bestemming te geven, zoals een essentiele publieke functie die echt niet op een andere plek kan. Ook dan is schadevergoeding aan de orde.
Overigens leest u in de wet een regeling voor het, in verschillende termijnen en tot een bepaalde diepte, de eerste 20 jaar niet en later wel beplanten en uitgraven van een gesloten begraafplaats. Dit kan echter alleen op graven waar géén rechten meer op rusten. En men kan deze termijnen omzeilen door alle graven te ruimen en de stoffelijke resten naar een andere begraafplaats over te brengen. Als alle graven geruimd zijn, is men geheel vrij om het terrein een totaal andere bestemming te geven.
Ondanks alle wettelijke bescherming voor oude grafrechten, kan er toch reden zijn om het anders aan te pakken. Meer praktisch dan juridisch, zal ik maar zeggen. Als het om een begraafplaats gaat, die al vele jaren in onbruik is, waar nog maar weinig graven liggen en waar geen oude reglementen van bekend zijn, geen rechthebbenden bekend zijn, etc., is het maatschappelijk ook weinig verantwoord om helemaal niets te ondernemen. Wij, de maatschappij, zijn ook niet gebaat met vervallen begraafplaatsen waar eigenlijk geen mens behoefte aan heeft; rechten of niet.
Dan zou een zorgvuldige campagne opgezet kunnen worden om de situatie op termijn toch te kunnen schonen. Er zou via borden op de begraafplaats, advertenties in lokale en regionale kranten, periodieke mededelingen in het gemeentelijke krantje en het kerkeblad en op de website van de gemeente e.d. gevraagd kunnen worden naar mensen die menen nog rechten op graven op die begraafplaats te hebben. Als dit een redelijke periode, denk aan minstens 1 jaar, gebeurt en niemand zich meldt, kan men zich vrij voelen de graven toch te ruimen. Als zich wel mensen melden, zullen zij hun rechten aannemelijk moeten maken, bijvoorbeeld door grafaktes te overleggen die op naam van hun ouders of grootouders stonden. En dat geval kan men stellen dat de rechten 'vererfd' hadden kunnen worden (juridisch klopt dat woord 'vererven' niet, omdat men een grafrecht niet simpelweg alleen door erfrecht kan verkrijgen: het moet telkens bij de houder van de begraafplaats overgeboekt worden. Erfrecht geeft alleen een recht om overschrijving te vrágen. Men moet de zaak zo zien dat als men tijdig om overschrijving gevraagd zou hebben, dat hoogstwaarschijnlijk geschied zou zijn, en daar dan naar handelen). Als het 'bezit' van een grafrecht aannemelijk kan worden gemaakt door aktes, dan kan men met die personen praten over het overbrengen van de inhoud van een graf naar een andere begraafplaats, op kosten van de houder van de begraafplaats. Als men het bezit van grafrechten niet kan aantonen, maar men bijvoorbeeld als kleinkind toch graag zou hebben dat het/een graf zou bestaan, dan zou die mensen de gelegenheid kunnen worden gegeven om de resten op te laten graven en elders te laten herbegraven; maar dat is dan op eigen kosten. Dat is vergelijkbaar met de situatie dat men resten uit een algemeen graf naar een ander eigen graf zou willen overbrengen. Men heeft dan ook geen rechten op het oude graf. Deze maatregelen kunnen eventuele publieke weerstand tegen het opheffen en ruimen van de begraafplaats wegnemen. En dan heeft men in geval van bezwaren ook nog een redelijk verhaal. Zonodig ook bij de rechter.
Er valt natuurlijk in detail nog meer te vertellen, maar daar heb ik zo'n 15 bladzijden over geschreven in mijn boek 'Begraving' uit 2000. Dat is te veel om hier te herhalen. Het boek is los verkrijgbaar bij de SDU (www.sdu.nl), maar het is ook opgenomen in de bundel Thematisch handboek lijkbezorging.
En als de gemeente zo'n soms gecompliceerde zaak wil aanpakken, kan het zinvol zijn om een op de concrete situatie toegeschreven advies van deskundige derden te vragen. Ik wil in deze adviesrubriek gewoonlijk vermijden om reclame te maken, maar zo'n kwestie zou natuurlijk typisch een zaak voor mijn adviespraktijk zijn. Een neutraal en deskundig advies kan ook waarde hebben als er bezwaren komen en de zaak voor de rechter zou komen.
mr W.G.H.M. van der Putten
9 mei 2003