Gedeelte begraafplaats opnieuw in gebruik; vervallen grafrechten onbepaalde tijd
21 juli 2011
Vraag nummer: 25352 (oude nummer: 16914)
Geachte heer Van Putten,
In verband met ruimtegebrek wil ons gemeentebestuur, indien mogelijk, een gedeelte van een algemene begraafplaats ruimen en zo spoedig mogelijk daarna weer in gebruik nemen voor nieuwe begravingen. Op het desbetreffende gedeelte uit de jaren dertig van de vorige eeuw heeft in 1969 de laatste begraving plaatsgevonden. Het betreft hier enkeldiepe graven die zon tachtig jaar geleden voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven. Buiten de voorletters en geslachtsnaam van de overledenen beschikken we niet (meer) over een administratie van dit gedeelte. Binnen de gemeente variëren de meningen over de mogelijkheden binnen de wet nogal. Enerzijds wordt gedacht aan het plaatsen van een mededeling bij de desbetreffende graven en wanneer daar binnen een jaar geen reactie komt, de overblijfselen te ruimen en onmiddellijk daarna weer als begraafplaats te gebruiken. Anderzijds wordt aangenomen dat na geslotenverklaring van dat gedeelte er eerst na twintig jaar weer begraven kan worden. Kunt u ons aangeven wat de mogelijkheden zijn en hoe wij hier mee om dienen te gaan.
Met vriendelijke groet, J.H.Zengerink
Antwoord:
Geachte heer,
Allereerst is het de vraag of het betreffende deel van deze begraafplaats in of na 1969 ook wel echt formeel (dus met een expliciet besluit) gesloten is. Uw verhaal is daar niet duidelijk over. Het vanaf enige datum feitelijk niet meer begraven is niet automatisch een formele sluiting.
Als er geen besluit tot sluiting genomen is, kan er gewoon weer direct begraven worden.
Als dat wel het geval is, moet er een besluit worden genomen om het betreffende deel van de begraafplaats weer voor begraven open te stellen.
Wat het eventuele ruimen van graven betreft: of dat kan, hangt af van de voorwaarden waaronder de graven zijn uitgegeven.
Als destijds in de beheersverordening stond dat de grafrechten zouden vervallen indien (het betreffende deel van) de begraafplaats gesloten werd (en er een besluit tot sluiting was), zijn de rechten inmiddels vervallen en kunnen de graven per direct worden geruimd. Dat er geen administratie meer bewaard is gebleven (wat altijd heel dom is; ik kan het niet aardiger zeggen: heel erg dom), kan een aanwijzing zijn dat de rechten vervallen zijn door sluiting. Maar ja, dat mag je niet zomaar aannemen. Dat zal met besluit en verordening samen aangetoond moeten worden.
Misschien is het wel zo dat inmiddels alle rechthebbenden overleden zijn en dat in de oude beheersverordening stond dat de rechten zouden vervallen indien zij niet binnen een termijn van een jaar na overlijden aan een ander werden overgedragen. Maar ook dat moet men dan onderzoeken.
Het plaatsen van mededelingen bij het graf dat men zich als rechthebbende maar moet melden en dat de graven bij het uitblijven van een melding geruimd worden, is een niet rechtsgeldige regeling. Ik moet daarbij denken aan een geval waar ik twee jaar geleden mee te maken kreeg. Een graf was ergens eind jaren '40 op naam van een man gezet. Zo'n vier jaar geleden had een ver familielid gevraagd of hij het betreffende graf op naam kon krijgen. De gemeente nam aan dat de rechthebbende inmiddels wel overleden zou zijn en stemde toe. In het graf, waar nog ruimte in was, werd (bij)begraven. Twee jaar geleden kwam familie er echter dat er een andere grafsteen op het graf stond en tipte de rechthebbende. Die eiste in een procedure dat het graf weer op zijn naam werd gezet en de begraven persoon uit het graf werd gehaald. Zo geschiedde het ook. U begrijpt dat dat een heel gedoe gaf en dat je maar beter niet kunt aannemen dat een rechthebbende inmiddels waarschijnlijk wel overleden zal zijn.
Wanneer de gemeente niet onomstotelijk kan aantonen dat de grafrechten vervallen zijn, mogen graven niet geruimd worden. Zo simpel is het.
Of een rechthebben al dan niet bekend is, speelt geen rol. Het grafrecht rust op het graf zelf en is niet afhankelijk van het bekend zijn van een rechthebbende (tenzij daar duidelijke voorwaarden voor bekend zijn en aangetoond kan worden dat daar niet (meer) aan voldaan wordt).
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten