Bouwen op voormalige begraafplaats
22 oktober 2002
Vraag nummer: 1312 (oude nummer: 1659)
Tue, 22 Oct 2002 12:01
Gegevens:
Ter plaatse van een voormalige begraafplaats, nu ingericht als park, willen we nieuwbouw van appartementen realiseren. Uit een brief bevestigd aan de oude toegangspoort blijkt dat de begraafplaats in 1969 is gesloten en dat mensen voor 1 november 1980 een verzoek konden indienen om medewerking tot herbegraving. Meer gegevens zijn niet voorhanden. We weten niet of er zich nu nog stoffelijke resten in de grond bevinden, echter we vermoeden van wel.
Vragen:
Wat moeten we wettelijk gezien doen om hier zonder problemen te mogen bouwen.
Bij welke instantie(s) kunnen we terecht waar gegevens te vinden zijn over de herbegraving?
Wat kunt u ons verder nog adviseren?
Alvast hartelijk dank voor uw reactie!
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Waarschijnlijk bevinden zich inderdaad nog stoffelijke resten in deze grond.
In de Wet op de lijkbezorging staat dat na een bepaalde periode na de sluiting het terrein van een begraafplaats kan worden ingezaaid of beplant. Dat is hier blijkbaar gebeurd, ook al kunnen veel oudere bomen, als die zich in dit park bevinden, nog op hun oude plek op de voormalige begraafplaats staan.
Ik neem aan dat de graven niet meer als zodanig herkenbaar zijn en dat grafstenen e.d. inmiddels allemaal verwijderd zijn.
Dan is het zo dat de grond voor iets anders, zoals woningbouw mag worden gebruikt, mits:
a) zich in die grond geen graf meer bevindt, of
b) de sluiting van de begraafplaats minstens 50 jaar geleden was.
Zie artikel 47 Wet op de lijkbezorging.
Als de begraafplaats in 1969 is gesloten (wat betekent dat vanaf dat moment er niet meer begraven mocht worden; de graven konden dan nog wel gewoon blijven bestaan), dan zijn nu nog geen 50 jaar verlopen. Dan wordt nog niet voldaan aan de eis sub b). Het is echter niet ondenkbaar dat de sluiting al veel eerder was. U moet bij de gemeente of bij het archief van de kerk (als het een voormalige kerkelijke begraafplaats was) het originele besluit inzake de sluiting proberen op te sporen. Dat kan ook wel eens indirect te vinden zijn door het archief van een plaatselijke krant te raadplegen, of een heemkundevereniging. Er is vaak meer bewaard dan men denkt; de kunst is om het te vinden.
Het kan zijn dat de sluiting al veel eerder dan in 1969 plaats vond, maar dat men dit een brief in 1980 niet zuiver heeft omschreven. Vaak snapt(e) men die procedures niet goed. Zoeken kan zeer lonend zijn.
Wat als de begraafplaats toch pas in 1969 gesloten blijkt te zijn? Dan is a) aan de orde: er mag op die grond iets anders gebeuren, als zich in die grond geen graf meer bevindt.
Dat komt er op neer dat alle graven moeten worden geruimd. Men moet de grond dus ongeveer 2 tot 2,5 meter afgraven en alle botresten die men tegen komt verwijderen. Het beste is het dan om al die resten te verzamelen en over te brengen naar een andere begraafplaats in de gemeente en daar in een collectief graf te begraven en dit te voorzien van een monumentje met een opschrift 'Hier liggen de stoffelijke resten van de voormalige begraafplaats X' of zoiets. Begraafplaatsen zijn een erg gevoelig onderwerp en je zult zien dat het een flinke commotie in de plaatselijke pers geeft als blijkt dat bij de bouw van appartementen botten worden gevonden en men er onvoorzichtig mee omgaat. Dat moet je vóór zijn. De grond zal toch bouwrijp moeten worden gemaakt, dus er zal toch moeten worden (af)gegraven. Dan is het verstandig om op al die plaatsen waar het gebouw komt en waar riolering en nutsvoorzieningen komen te lopen, de voormalige graven weg te halen. Op die plekken waar beplanting komt of parkeerplaatsen komen en geen leidingstraat, is het weghalen van resten uit graven niet nodig. Wel moet een soort afspraak worden gemaakt dat als men later op zulke plaatsen tóch dieper de grond in moet en men botten tegen komt, dat die later kunnen en zullen worden bijgezet in het verzamelgraf elders. dat ter geruststelling van al die mensen die weten dat hun ouders of grootouders op die voormalige begraafplaats begraven waren.
Aan de eisen sub a) en sub b) hoeft niet samen te worden voldaan: het is of a) of b). Na 30 jaar moet men resten uit graven verwijderen. En na 50 jaar zou alles mogen, maar voor de publieke opinie zou het dan nog verstandig zijn om elders een verzamelgraf of knekelput aan te leggen voor eventueel gevonden of te vinden menselijke resten.
mr W.G.H.M. van der Putten
22 oktober 2002