Vervolg op vraag 2215 (gerommel door grafdelver; verantwoordelijkheid bestuur)
5 december 2002
Vraag nummer: 1846 (oude nummer: 2218)
Thu, 5 Dec 2002 17:18
Geachte heer van der Putten,
Allereerst mijn hartelijke dank voor uw snelle reactie en advies op mijn vorige gestelde vraag.
Wat betreft dat het kerkbestuur de verantwoordelijkheid draagt voor het voldoende diep begraven, kan ik u mededelen dat ik hen en de begraafplaatsbeheerder en de grafdelver hierover eerder geschreven heb, en alleen maar ontwijkende en brutale antwoorden krijg. Erger nog: de beheerder stelt zelfs mijn vader, over zijn kersverse graf notabene, mede verantwoordelijk over het destijds plaatsen van een grafsteen op zijn vrouw zijn graf. De pastoor van de parochie (voorzitter van het kerkbestuur) heeft niets anders te zeggen dat de familie verantwoordelijk is en blijft voor het plaatsen van een grafsteen. Ik citeer de pastoor: "U had er ook een houten kruisje op kunnen zetten."
Inmiddels heeft het natuursteenbedrijf mij aangeboden om in het "gangpad" twee nieuwe pijlers te storten, met een prijskaartje dat Euro 258,-- excl. BTW gaat bedragen. Dit kan in de eerste week van januari en dan zal er door dit natuursteenbedrijf ook opnieuw gesondeerd kunnen worden.
Ik kan u nu al laten weten dat met dit kerkbestuur niet te praten valt, omdat zij zich totaal niet verantwoordelijk hiervoor voelen. Zoals u al uit mijn eerste schrijven had afgeleid, ligt mijn moeder ook in dat graf begraven (18-10-1975).
Wat de reden is waarom mijn vader niet meer naar links begraven is, is volgens de grafdelver en ik citeer hem: "Daar was geen plaats en ik haal geen rotzooi van anderen uit de grond." De rechterpijler, die door deze grafdelver wel uit de grond gehaald is (en nu noodgedwongen door het natuursteenbedrijf voor een gedeelte op de kist moet rusten), heeft weken naast het graf gelegen. Ik citeer hem: "Ik heb daaraan al mijn rug verrekt en ik ben niet van plan de rotzooi van anderen op te ruimen."
Tevens merk ik hierbij op dat op de dag dat mijn vader begraven is (d.d. 3-10-2002 om 11.00 uur), de grafdelver volgens zijn zeggen 's morgens aan het grafdelven begonnen is.
U begrijpt dat het verhalen van de kosten bij verzakking van het momument bij zo'n kerkbestuur, met zo'n arrogantie, moeilijk zal zijn.
Aan het einde van uw schrijven schreef u dat er met een herbegraving haast gemaakt moet worden. Wat is de uiterste termijn hiervoor?
Het in strijd handelen met artikel 5 Besluit op de lijkbezorging is m.i. hier duidelijk aan de orde.
Ik zal het kerkbestuur en de beheerder van de begraafplaats beiden dan ook in in aangetekende brief schrijven, hen hiervoor aansprakelijk stellen en de volledige verantwoordelijkheid bij hen leggen.
Wat geeft u mij nu voor een advies?
Voor de oplossing van het natuursteenbedrijf te kiezen, of toch eisen dat mijn vader recht in zijn graf begraven wordt en de bestaande grafsteen zonder problemen teruggeplaatst kan worden.
Als u nog verdere adviezen voor mij heeft, zie ik deze graag tegemoet.
U wederom dankzeggend,
(naam en adres bij redactie bekend)
Antwoord:
Geachte heer,
U moet een paar dingen doen, en wel snel:
1) Nogmaals het kerkbestuur aanschrijven (aangetekend) en zeggen dat u hen aansprakelijk houdt voor de kosten en vervolgkosten, inclusief eventuele kosten van juridische bijstand (wellicht is dat ooit nog nodig). U mag daarbij verwijzen naar uw vraag en mijn antwoord in deze rubriek. Per slot is dat openbaar.
2) Ik zou voorts direct (!) de burgemeester van de betreffende gemeente schrijven en vragen op verlof tot opgraving en herbegraving van uw ouders, onder verwijzing naar artikel 29, eerste lid, Wet op de lijkbezorging.
Ik weet niet (en u ook nog niet) of op- en herbegraving in een ander graf wel nodig is. Maar u zit met het volgende probleem. Voor de behandeling van een verzoek tot op- en herbegraving moet de burgemeester formeel advies inwinnen van de Inspectie van de Volksgezondheid. In de praktijk is dat de VROM-inspectie (tot begin dit jaar de 'Inspectie van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu' geheten). Het advies van deze inspectie staat al in de zogenaamde 'Inspectierichtlijn lijkbezorging', die elke gemeente rond de jaarwisseling 1999-2000 toegezonden heeft gekregen. De gemeente hoeft dus geen advies meer te vragen, maar kan/moet in dat boekje kijken; dat staat ook in het boekje en in een begeleidende brief. Algemeen advies van de inspectie is, dat op- en herbegraving kan binnen (ongeveer) 2 maanden. Nu zijn die 2 maanden bij u formeel 2 dagen verstreken. Maar op 1 dag komt het niet aan natuurlijk. Wel is het zo dat bijna alle burgemeesters het advies van de Inspectie volgen. En het indienen van het verzoek is bepalend voor de termijn. Als het verzoek tijdig is ingediend, en dat is nu nog, kan bijvoorbeeld ook over een half jaar herbegraven worden. Maar als het verzoek pas over een half jaar wordt ingediend, niet. Daarom is het van groot belang om de termijn als het ware te stuiten en nú die aanvraag te doen. Dan behoudt u rechten, die u anders verspeelt.
Het kan zijn dat u het verlof later niet nodig hebt, omdat uw ouders in hetzelfde graf kunnen blijven. Maar als dat niet kan of mag, is dat verlof nodig.
Voor de zekerheid altijd aanvragen dus.
3) Nu met het kerkbestuur niet te praten of te schrijven valt, moet u het 'hogerop' zoeken. De gemeente moet namelijk toezicht houden op het begraven en de begraafplaatsen in de gemeente. Dit is een duidelijke misstand, waar de gemeente een onderzoek in moet stellen en zonodig maatregelen moet nemen. Onder maatregelen versta ik het opdracht geven aan het kerkbestuur om het graf anders in te richten (uw ouders bijvoorbeeld dieper her te begraven) of om een heel nieuw graf voor uw ouders in te richten en ze te laten herbegraven.
Onder 'de gemeente' versta ik hier: het college van burgemeester en wethouders. (Bij punt 2 (verlof opgraven) is het alleen de burgemeester, niet het college van B&W. De verschillende bestuursorganen (burgemeester alleen en het college van B&W) hebben verschillende taken en bevoegdheden.)
B&W zullen hier waarschijnlijk niet eerder mee te maken hebben gehad. U moet ze daarom wijzen op artikel 160 Gemeentewet en de wetsgeschiedenis van dit artikel in combinatie met "artikel 209, aanhef en onderdeel m, van de (oude) gemeentewet (Stb. 1851, Stb. 85)". Voor u is dit waarschijnlijk abracadabra. Voor de gemeente misschien ook. Daarom kunt u schrijven dat ze de toelichting kunnen vinden in mijn boekje "Begraving", dat in 2000 verscheen bij SDU/Koninklijke Vermande (zie www.sdu.nl onder 'gezondheidszorg'; raar maar waar). En wel op blz. 9 en blz. 114. Uw geval kan als voorbeeld aan blz. 114 worden toegevoegd, lijkt mij.
Kortom, ze moeten hier maar eens werk van maken.
Als de gemeente het niet zo precies weet, mag men mij bellen. Ik sta gewoon in het telefoonboek. Dat kunt u ze ook schrijven.
4) U moet natuurlijk alle brieven bewaren. En u moet voor uzelf ook zo uitgebreid mogelijk opschrijven wanneer u met wie gesproken hebt en wat daarbij gezegd is. Dat kan later van belang zijn voor het onderzoek van de gemeente. Wellicht is zelfs na het onderzoek van de gemeente een strafrechtelijk onderzoek niet uitgesloten. En dan is het van belang om te weten wat er gebeurd is. Nu weet u het nog wel, maar over een tijdje niet meer of niet meer zo precies. Dus nu zoveel mogelijk noteren.
Ik zou nog niets doen met het grafmonument. Mijns inziens mag dat later op kosten van het kerkbestuur.
Ik ben erg benieuwd naar het verloop van de zaak en stel het op prijs als u mij na afloop laat weten hoe het gegaan is. U kunt mij mailen op vanderputten@xs4all.nl.
Ik wens u veel succes.
mr W.G.H.M. van der Putten
5 december 2002