Verstrekking gegevens uit GBA (vervolg vraag 1613 opsporing rechthebbenden)
28 oktober 2002
Vraag nummer: 1375 (oude nummer: 1727)
Mon, 28 Oct 2002 19:22
Geachte heer van der Putten,
Hartelijk dank voor uw zeer duidelijke en snelle antwoord.
Ik heb contact gezocht met de LOB en ook daar aanvullende informatie verkregen, o.a . over toegewezen bezwaarschriften in Leerdam en Amsterdam resp. augustus en december 2001.
Ik heb echter nog 2 vragen, omdat ondanks de informatie verstrekt door LOB over hun contacten en overleg met de VNG en de NVVB de ambtenaar in kwestie blijft bij haar standpunt.
Zij beweert, dat door de nieuwe Wet GBA van september 2001 het niet meer mogelijk is artikel 28 van de Wet op de Lijkbezorging te gebruiken om informatie door te geven over rechthebbenden. Bovendien beweert zij dat zij geen medewerking mag geven aan het doorsluizen van informatie over rechthebbenden uit een andere gemeente.
Zij is echter zelf beheerder van de Algemene en RK begraafplaats in onze gemeente en gebruikt deze weg wel.
Bovendien is de gemeente toezichthouder op onze bijzondere begraafplaats.
Toch wil men ons niet helpen bij het opsporen van adressen van rechthebbenden, die buiten onze schuld niet meer juist zijn.
Ter uwer informatie: wij hebben een grafbeheersysteem met adressen van rechthebbenden per graf. Wij streven naar meerdere rechthebbenden per graf (als reserve), maar dat is niet altijd mogelijk. Alleen in uitzonderingsgevallen willen wij via de gemeente Waalre de ontbrekende adressen opsporen. De gemeente weigert echter categorisch elke medewerking.
Kunt u ons nog andere tips geven? Ik moet a.s. woensdag 30 october op een hoorzitting verschijnen.
Bij voorbaat hartelijk dank.
M.C. van Oort,
Burgemeester Uijenstraat 3,
5581 JC Waalre.
Antwoord:
Geachte heer Van Oort,
Ik meen dat de informatie van de LOB voldoende moet zijn om bij een bezwaarschriftencommissie gehoor te kunnen krijgen. Dat wil zeggen: de Leerdamse zaak lijkt mij een goed vergelijkbaar geval. Maar er is nog meer.
Ik heb zojuist nog eens even in mijn archief gesnuffeld en heb een brief van 14 februari 2002 gevonden van de Directeur agentschap basisadministratie persoonsgegevens en reisdocumenten (een hele mond vol, maar dit agentschap is een onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en belast met de uitvoering van o.a. de GBA). In deze brief (aan de LOB) wordt gesteld dat gemeenten kunnen overgaan tot het verstrekken van persoonsgegevens, mits dit in een gemeentelijke verordening is geregeld. Ik stuur u morgen een kopie van deze brief.
De verklaring van de betreffende ambtenaar dat het uitgesloten is om gegevens te verstrekken is waar, zolang het niet in de gemeentelijke verordening is geregeld. En onwaar, voor zover zij bedoelt dat het niet mogelijk is om dit in een gemeentelijke verordening te regelen.
Ik meen dat er in deze zaak 2 dingen moeten gebeuren: iets voor de korte termijn en iets voor de lange termijn.
In principe kan/mag een gemeente alleen adresgegevens aan de houder van een begraafplaats verstrekken, als dit geregeld is in de gemeentelijke verordening. Zie mijn antwoord op vraag 1613. In uw geval heeft de gemeente de verordening nog niet aangepast. U kunt de gemeente vragen de verordening aan te paasen. De LOB heeft daar een model-brief voor. Dat is de lange termijn.
Voor de korte termijn kan geen beroep worden gedaan op de gemeentelijke verordening. Maar wel kan gewezen worden op besluiten van andere gemeenten om - vooruitlopend op aanpassing van de verordening aldaar - toch gegevens te verstrekken. En ook kan verwezen worden naar het besluit van 3 augustus 2000 van burgemeester er wethouders van Leerdam om een indiener van een bezwaarschrift (het bestuur van de Stichting Beheer Begraafplaatsen Culemborg) in een gelijk geval in het gelijk te stellen, op basis van een advies van de commissie voor bezwaar- en beroepschriften van de gemeente Leerdam. Ik merk daarbij op dat de voorzitter van die commissie niet de eerste de beste is, maar een eminent gepensioneerd rechter, namelijk de oud-voorzitter van de sector Bestuursrecht van de rechtbank te Rotterdam. Ik zou dat - in uw schoenen staande - zeker ook opmerken, want het geeft al een beetje aan wat de/een rechter er van vindt.
Nu hebt u overmorgen nog een klein probleem. U mag niet zonder meer stukken (copiën van de brief van het Agentschap en stukken van Leerdam en Rotterdam) aan de commissie overleggen. U mag namelijk slechts tot 10 dagen vóór een zitting stukken insturen, want ook de verwerende partij moet de kans krijgen die stukken te bekijken en er zich een mening over te vormen. Hoe is dat op te lossen? Dat is op te lossen door een pleitnotitie te maken en in die pleitnotitie de hoofdpunten van de brief van het Agentschap en het besluit van B&W van Leerdam te citeren en de brief en die stukken als bijlagen bij de pleitnotitie te voegen. Ze maken dan onderdeel uit van de pleitnotitie en mogen dan wél ter zitting worden overgelegd.
Ik wens u graag veel succes!
mr W.G.H.M. van der Putten
28 oktober 2002