Overdracht gemeentelijke begraafplaats aan parochie
4 april 2006
Vraag nummer: 4359 (oude nummer: 7804)
Geachte heer Van der Putten,
Ik heb het antwoord op mijn vraag niet kunnen vinden op uw site, ik hoop dat ik het niet over het hoofd heb gezien.
In 2003 heeft er tussen de gemeente Boxmeer en een (niet nader genoemd) parochiebestuur een grondruil plaatsgevonden. Hierbij is o.a. het gedeelte van de begraafplaats, dat nog in eigendom was van de gemeente, door het college van B&W overgedragen aan het parochiebestuur. Begin 2006 hebben nabestaanden van personen die op de gemeentelijke begraafplaats zijn begraven zich bij de gemeente gemeld. Zij geven aan dat de gemeentelijke begraafplaats is gesloten, en de bijzondere begraafplaats is uitgebreid, zonder dat hierbij de eisen van de Wet op de Lijkbezorging in acht zijn genomen (artikelen 40, 43, 46). Het in gebruik nemen van de begraafplaats is voorts in strijd met artikel 25. Ook is de grondruil in strijd is met artikel 6 van de Grondwet. Zij geven aan dat zowel de gemeente als het parochiebestuur strafbaar zijn op grond van de Wet op de Lijkbezorging.
Bij de grondruil is er niet bij stilgestaan dat het stuk van de begraafplaats in eigendom van de gemeente een gemeentelijke begraafplaats betrof (de fysieke scheiding is al lange tijd verwijderd en er is inmiddels al enige tijd een algemene begraafplaats in de gemeente). Intern is hierover discussie ontstaan en wij zouden graag uw advies in dezen willen.
Naar mijn mening is de begraafplaats nooit gesloten, aangezien er geen formeel besluit hiertoe is genomen. Indien het wijzigen van een gemeentelijke naar een bijzondere begraafplaats mogelijk is, moet de grond dan worden aangewezen door de raad of is een besluit tot ingebruikneming als bijzondere begraafplaats door het college voldoende?
Zijn de gemeente Boxmeer en de parochie inderdaad strafbaar?
Bij voorbaat dank,
Met vriendelijke groet,
Josien den Teuling
Beleidsmedewerker gemeente Boxmeer
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Wat deze nabestaanden beweren, raakt kant noch wal. Zij snappen blijkbaar helemaal niets van de wetgeving op dit vlak. Het is zonder meer mogelijk om een begraafplaats te verkopen, te ruilen, cadeau te geven of te verpachten of wat dan ook. Dat gebeurt dan ook geregeld, in het hele land. Al eeuwen lang, trouwens. Van een gemeente naar een kerkgenootschap, maar nog vaker andersom.
De idee dat de gemeentelijke begraafplaats is gesloten en de bijzondere begraafplaats is uitgebreid, is een onjuist idee. De Wet op de lijkbezorging (Wlb) verlangt alleen dat een begraafplaats ooit als zodanig is aangewezen en dat is hier het geval geweest. Dat de procedure om tot de aanwijzing te komen indertijd anders is geweest dan dat het tegenwoordig zou zijn, dat klopt. Maar dat maakt voor het resultaat niet uit. Het is een gedachtenfout dat de Wlb aanwijzing als 'gemeentelijke begraafplaats' of als 'bijzondere begraafplaats' wenst; ik vermoed althans dat dit idee achter de stellingname van de nabestaanden schuilt. Het gaat alleen om de status 'begraafplaats'. De Wlb maakt verschil in procedure van aanwijzing bij de begraafplaats van een gemeente of de begraafplaats van een andere (rechts)persoon omdat men er op de een of andere wijze de bemoeienis van de locale overheid mee wenst. Bij de bijzondere begraafplaats moet daarom toch óók de raad een besluit nemen. Bij de gemeentelijke begraafplaats is dat al automatisch het geval. Maar de kern is de aanwijzing als 'begraafplaats'.
Als je doorredeneert zoals deze nabestaanden doen, zouden ook hun grafrechten vervallen zijn. Want dan zouden de door de gemeente verstrekte grafrechten ongeldig zijn geworden en zou de parochie nieuwe rechten moeten verlenen. Vaak staat namelijk in beheersverordeningen dat de rechten vervallen als de begraafplaats sluit. Als de rechten vervallen, zijn er geen rechthebbenden meer en voormalige rechthebbenden zijn als het ware 'willekeurige nabestaanden'. De nu klagende nabestaanden hebben helemaal geen juridische positie meer om een bestuursrechtelijke procedure te starten. Althans, als je hun eigen redenering voor juist aanneemt.
Maar zo gaat het dus niet. Bij de grondruil behoort ook inbegrepen te zijn dat alle lusten en lasten en alle rechten en plichten en dus ook de lopende grafrechten in hun geheel overgaan. Zelfs als dat niet uitdrukkelijk overeengekomen is, is dat toch zo, omdat grafrechten zakelijke rechten zijn. Zij rusten op de zaak (het graf) ongeacht wie eigenaar van de ondergrond is.
Artikel 6 van de Grondwet luidt:
1.
Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2.
De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Ik zie niet dat de overdracht van de begraafplaats met dit artikel strijdt. De grafrechten gaan immers onverkort over. Men hoeft niet ongewenst katholiek te worden of zo, als men dat vreest.
Ik zou niet weten waarvoor en waarom de gemeente Boxmeer en de parochie strafbaar zouden zijn. Er is geen enkele strijd met enige wet en dus ook niet met een strafbepaling.
De verwijzing naar artikel 25 slaat als een tang op een varken.
Wat is eigenlijk het echte probleem van deze nabestaanden? Ontkent de parochie de rechten of is er een ander feitelijk probleem? Waarom komen mensen met zo'n vreemd verhaal aanzetten? Wat willen ze daarmee bereiken? Want stel nu dat zij gelijk zouden hebben - wat absoluut niet zo is - en er zou formeel een besluit tot sluiting en een nieuwe aanwijzing komen, dan verandert er feitelijk toch niets?
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten