Adres rechthebbende achterhalen
10 februari 2010
Vraag nummer: 7300 (oude nummer: 15054)
Geachte mr. Van der Putten,
In de nieuwe wet op de Lijkbezorging zijn in artikel 28 lid 2 de woorden "of redelijkerwijs bekend kan zijn" vervallen. Dit wordt ondermeer in het overzichtsartikel in uitvaartbrache.nl zodanig vertaald dat de begraafplaatshouder niet meer actief naar op zoek hoeft te gaan naar het adres van de rechthebbene, maar volstaat met het adres wat bij hen bekend is. Nu zijn gemeentes verplicht om o.a middels het BSN nummer de persoongegevens actueel te hebben in hun Gemeentelijke Basisadministratie. Wat heeft het vervallen van genoemde woorden voor zin als verwacht mag worden dat de gegevens actueel zijn. Is een gemeentelijke begraafplaats verplicht om een koppeling te hebben met het GBA, of is de wijziging alleen van toepassing als b.v. de rechthebbende is overleden en er wel of niet gezocht moet worden naar kindgegevens. En is de wijziging dus meer van toepassing op niet gemeentelijke begraafplaatsen. Kunt u hierin misschien iets nader toelichten. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw antwoord.
m.v.g. Ron van Looij.
Antwoord:
Geachte heer,
In de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp (kamerstuk 30696, nr. 3) is deze wijziging slechts kort toegelicht (blz. 18):
"Het moment waarop een langdurige termijn afloopt, zal niet iedere betrokkene scherp voor de geest staan; bij grafrechten is dat zeker niet anders.
Om die reden is bepaald dat de begraafplaatshouder de rechthebbende hiervan verwittigt. Het is evenwel de verantwoordelijkheid van de rechthebbende ervoor te zorgen dat zijn adres bekend is bij de begraafplaatshouder.
De huidige wettekst impliceert dat laatstgenoemde zich moeite moet getroosten om het adres van de rechthebbende te achterhalen, blijkens de woorden «of redelijkerwijs bekend kan zijn». Om de administratieve lasten terug te dringen, wordt nu voorgesteld deze woorden te laten vervallen, en te slechts te bepalen dat de begraafplaatshouder het hem bekende adres aanschrijft."
Hier wordt je dus eigenlijk weinig wijzer van.
Ik zie het zo, dat gemeenten de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie) moeten raadplegen om het actuele adres te achterhalen. Burgers geven hun adreswijziging aan de gemeente door en verwachten van de gemeente dat zij die wijziging in hun hele administratie doorvoeren. Niet dat ze de administratie van de begraafplaats, de afdeling onderwijs, de afdeling belastingen enz. allemaal apart een kaartje hoeven sturen.
Bijzondere begraafplaatsen hebben echter geen toegang tot de GBA en moeten het doen met de gegevens die ze hebben.
In het verleden is evenwel bij de behandeling van de wetswijziging van 1991 door de regering gezegd, dat de bepaling ruim moest worden opgevat en dat men bijvoorbeeld ook moeite zou moeten doen om mogelijk opvolgende rechthebbenden zoals kinderen van een rechthebbende op te sporen. Dat is iets wat in de nieuwe regelgeving te ver gaat en niet meer hoeft.
Maar alle beheerders van begraafplaatsen hebben wel ervaring met de teleurstelling van sommige nabestaanden als blijkt dat een graf verdwenen is. Mij lijkt dat je redelijkheidshalve toch een behoorlijke poging moet doen om rechthebbenden op te sporen, als dat op een eenvoudige manier mogelijk is. De strekking van de wetswijziging is om administratieve lasten te verlichten. Dat betekent niet dat enkele moeite verboden is. Veel mensen staan gewoon in de lokale telefoongids en soms zijn mensen heel eenvoudig te googlen. Wie bijvoorbeeld mijn naam googlet, kan binnen 3 seconden mijn adres vinden. Dit soort eenvoudige handelingen moet je nooit nalaten. Alleen tijdrovende onderzoeken zijn niet meer nodig.
Overigens lijkt het mij verstandig om in een dossiertje van een graf altijd aan te tekenen welke moeite je hebt gedaan om rechthebbenden te vinden. Zoals het schrijven van brieven, het plaatsen van een bordje bij het graf van datum 1-1-2010 tot 1-1-2011, aantekening resultaat googlen etc. Komen er later klachten, dan is het toch erg fijn om te kunnen laten zien wat gedaan is. Zorgvuldigheid blijft altijd geboden.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten