Opgraven/cremeren; wie moet verloven vragen?
13 februari 2008
Vraag nummer: 5206 (oude nummer: 10321)
Hallo,
Ik heb een vraag betreffende het opgraven van resten en vervolgens laten cremeren.
De procedure is verder duidelijk, echter wie moet het verlof aanvragen bij de officier van justitie. Is dit de ABS van de gemeente dat moet doen of de rechthebbende van het betreffende graf?
Hierover bestaat onduidelijheid bij ons.
Ik verneem graag het antwoord.
Met vriendelijke groet,
Paul
Antwoord:
Geachte heer,
De persoon die wil laten opgraven en cremeren, moet het verlof bij de burgemeester en het verlof van de officier van justitie vragen.
De ambtenaar van de burgerlijkse stand (ABS) van de gemeente heeft hier geen taak in. Hij heeft er geen belang bij en kan het ook niet motiveren. De ABS is geen belanghebbende en zou daarom bijvoorbeeld ook al geen bezwaar kunnen maken voor het - theoretische - geval dat de officier het verzoek afwijst. Volgens de Algemene wet bestuursrecht kan alleen een belanghebbende bezwaar maken.
Hetzelfde geldt trouwens ook voor de beheerder van de begraafplaats. Er zijn wel eens beheerders die nabestaanden willen helpen en daarom voor hen de verloven aanvragen. Goed bedoeld, maar fout. De beheerder heeft geen belang en kan geen bezwaarschrift indienen, als het verzoek afgewezen zou worden.
Nabestaanden moeten zelf de verloven aanvragen. Bij welke gemeente men moet zijn is meestal duidelijk; bij welke officier van justitie, in welk arrondissement, men moet zijn weten mensen soms niet. Maar dat is ook op te zoeken in een gemeentegids of in het telefoonboek.
Het is ook niet per se de rechthebbende van het betreffende graf die de verloven moet aanvragen. De rechthebbende moet volgens de wet alleen toestemming verlenen voor de opgraving.
Meestal zal het wel de rechthebbende zijn die het vraagt, maar dat hoeft niet. Denk bijvoorbeeld aan de situatie van een vader die 15 jaar geleden begraven is; zijn vrouw is rechthebbende op het graf. De weduwe/moeder wil gecremeerd worden en zou dat achteraf ook wel voor man/vader willen. Maar moeder weet niet hoe dat moet en is blij als een van de kinderen zegt "Moeder, dat regel ik wel voor jou". Het kind vraagt dan de beide verloven en overlegt bij de aanvragen een briefje van de moeder dat zij er als rechthebbende mee instemt.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten