Cremeren in opdracht van familielid, nadat oorspronkelijke opdrachtgeefster als eindbestemming ruimen heeft aangegeven
29 januari 2009
Vraag nummer: 6125 (oude nummer: 12214)
Geachte meneer van Putten,
Met veel belangstelling heb ik de vragen en antwoorden in uw rubriek gelezen.
Maar graag zou ik mijn conclusie over het onderstaande bevestigd willen zien.
Het volgende is het geval,
De grafuitgiftetermijn van 10 jaar van een algemeen graf is verlopen. De opdrachtgeefster van de begrafenis destijds heeft aangegeven dat het graf geruimd mag worden.
Een familielid heeft hier problemen mee en zou graag zien dat de overblijfselen gecremeerd zouden worden.
Het familielid neemt daarbij alle kosten voor zijn rekening.
Moet dan het volgende gebeuren:
Meneer moet schriftelijk aangeven dat hij de "zorg van het graf overneemt" (een rechthebbende bestaat niet bij een algemeen graf) en dat hij alle te maken kosten voor zijn rekening neemt,
Meneer moet een verlof tot opgraving bij de gemeente aanvragen, en toestemming van de officier van justitie voor het cremeren.
Is dit voldoende voor de begraafplaats, Als familieleden hier problemen mee hebben dan moeten ze maar een bezwaar indienen?
en
Moet de oorspronkelijke opdrachtgeefster in kennis worden gesteld van het voornemen de resten te laten cremeren?
Dit i.v.m. de wens van de overledene?
Hartelijke groet,
XX
Antwoord:
Geachte heer of mevrouw,
Ik ben het in hoofdlijnen met uw conclusies eens, maar wil het even nuanceren en aangeven wie en hoe oorspronkelijke opdrachtgeefster in kennis stelt van het voornemen de resten te laten cremeren. Want er zijn verschillende mogelijkheden.
Een nabestaande van de overledene kan inderdaad regelen dat na afloop van de looptijd van het graf, de stoffelijke resten kunnen worden opgegraven en gecremeerd.
De kop van uw vraag is niet helemaal in overeenstemming met de inhoud van uw vraag. De opdrachtgeefster van de begrafenis kan aangeven dat het graf geruimd kan worden, maar eigenlijk is dat zonder betekenis, want dat gebeurt bij een algemeen graf dat voor 10 jaar ter beschikking is gesteld, automatisch. Daar hoeft niemand toestemming voor te geven. Men hoeft alleen in actie te komen als men de stoffelijke resten wil laten opgraven en herbegraven of cremeren. Het is netjes als een begraafplaatshouder mensen tegen het einde van de looptijd, zeg na 9 jaar, attendeert op het verstrijken van de termijn en hen op die mogelijkheden wijst. Maar een begraafplaatshouder is dat niet verplicht. Mensen moeten ook zelf opletten. Blijkbaar heeft in dit geval de opdrachtgeefster wel concreet aangegeven dat wat haar betreft het graf geruimd kan worden. Dat wil niet zeggen dat het zo ook moet gebeuren. Daar heeft een rechthebbende op een eigen graf en de opdrachtgever van een begraving in een algemeen graf geen zeggenschap over.
Nu komt er een ander die aangeeft dat hij de stoffelijke resten graag wil laten cremeren. Dat is na afloop van de termijn van grafrust.
Nu zit je eigenlijk op een tweesprong. Want het graf kan worden geruimd en de stoffelijke resten kunnen - zonder verlof van de burgemeester maar wel met verlof van de officier van justitie - worden gecremeerd (formeel door de houder van de begraafplaats maar die kan het ook doen op verzoek), mits dit geschiedt op verzoek van de opdrachtgever van de begraving. Als de persoon die crematie wenst de instemming krijgt van de vroegere opdrachtgever om de stoffelijke resten te laten cremeren, kan het op deze wijze worden uitgevoerd. Mits de kosten worden betaald, natuurlijk. Dit volgt uit artikel 31 en artikel 29, derde lid, Wlb.
De as kan ter beschikking worden gesteld van de persoon die crematie wenst; de wet laat open wat er met de as na crematie moet gebeuren.
De tweede weg is dat de persoon die crematie wenst geen contact opneemt met de vroegere opdrachtgeefster en direct bij de burgemeester en de officier om de verloven vraagt. Dit volgt uit artikel 29, lid 1 en lid 3, Wlb.
In artikel 29 lid 1 staat dat de rechthebbende op een graf verlof kan vragen. Van een algemeen graf is er nooit een rechthebbende. Maar de gangbare toepassing van artikel 29 lid 1 is dat de persoon die de zorg over een plaats in een algemeen graf heeft, met een rechthebbende wordt gelijk gesteld. Er vinden veelvuldig opgravingen uit algemene graven en herbegravingen in eigen graven plaats. Dat zou als je artikel 29 heel beperkt leest ('alleen een rechthebbende') nimmer plaats kunnen vinden. Maar dat is niet de praktijk en ook niet de bedoeling van de wetgever.
Ik vermoed dat u de vroegere opdrachtgeefster er op hebt geattendeerd dat de termijn afloopt en dat u hebt gevraagd of er bezwaar was tegen ruimen en dat de opdrachtgeefster een antwoordformulier heeft ingevuld en een kruisje heeft geplaatst in het hokje voor 'geen bezwaar tegen ruiming'.
Dat wil nog niet zeggen dat die persoon tegenstander zou zijn van cremeren van de stoffelijke resten. Misschien is dat de persoon om het even, mits zij maar niet de extra kosten hoeft te dragen.
Ik denk dat beide wegen (1. ruiming en crematie en 2. opgraving en crematie) kunnen. En dan is het aan de persoon die crematie wenst, om te kiezen welke van de 2 wegen hij bewandelt.
1. Als hij instemming zoekt en krijgt van de opdrachtgeefster, is hij het snelste klaar. Er kan verlof bij de officier van justitie worden gevraagd en de actie kan starten.
2. Als hij denkt dat het benaderen van de opdrachtgeefster op een probleem stuit, kan hij verlof vragen bij de burgemeester en de officier van justitie. We komen dan ook automatisch op het punt of de vroegere opdrachtgeefster van het voornemen in kennis moet worden gesteld dan wel bezwaar kan maken. Welnu, dat is niet de taak of de zorg van de begraafplaatshouder, maar van de burgemeester. Die moet maar beoordelen of hij het nodig vindt om de opdrachtgeefster vooraf te horen (ik vind persoonlijk van niet) dan wel of hij haar zijn besluit ter kennisneming toezendt met de mogelijkheid om bezwaar te maken (ik vind persoonlijk van wel). Ik vind de rechten van de opdrachtgeefster niet erg groot of belangrijk, zij heeft immers al afstand gedaan door de termijn te laten verlopen en zelf geen andere actieve bestemming aan te geven en de resten passief te laten ruimen. Maar door het besluit van de burgemeester toe te zenden is er nog de optie van bezwaar. Een bezwaar kan in mijn ogen alleen succesvol zijn als zou blijken dat de overledene zelf bezwaar zou hebben gehad tegen cremeren. Niet als de opdrachtgeefster er zelf bezwaar tegen zou hebben. De kans dat er een testament of docidil bestaat waar uit blijkt dat de overledene dat bezwaar had, is waarschijnlijk niet groot. Maar dat moet je wel een kans geven en de opdrachtgeefster is in mijn ogen de meest gerede partij om voor de belangen van de overledene op te komen.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten