Bezwaar tegen opgraving en crematie
17 februari 2006
Vraag nummer: 4285 (oude nummer: 7526)
Geachte heer Van der Putten,
Uw naam kreeg ik via onze burgemeester, de heer Xxxxx, van wie u de hartelijke groeten moet hebben.
Van hem vernam ik dat u superdeskundige bent op het gebied van de Wet op de lijkbezorging. Daarom ben ik zo vrij mij tot u te wenden met een probleem dat momenteel in onze gemeente speelt in verband met een opgraving en crematie.
Graag zou ik uw visie vernemen op het volgende.
Een klager beweert dat ten onrechte vergunning is verleend om zijn ouders op te graven en te cremeren.
De neef van klager (de zoon van een overleden broer, de oorspronkelijk rechthebbende) had een verzoek ingediend om zijn opa en oma op te graven en het stoffelijk overschot te cremeren. De opa en oma waren in 1979 resp. 1983 begraven op de RK-begraafplaats. Dat verzoek was via de beheerder van de begraafplaats aan de burgemeester gericht. De neef heeft schriftelijk verklaard rechthebbende te zijn dan wel gemachtigde namens de nabestaanden van de overledenen.
Volgens gebruikelijke procedure heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand toestemming gevraagd aan de OvJ. Die toestemming werd verleend.
Vervolgens is namens de burgemeester in september 2005 vergunning verleend. Tegen dat besluit is geen bezwaar ingediend.
Opgraving en crematie hebben vervolgens plaatsgevonden.
Klager ontdekte in december 2005 dat het graf was geruimd. Hij is het er niet mee eens. Hij wil dat het graf in de oude staat wordt hersteld en de urnen er worden begraven.
Hij stelt dat de gemeente had moeten verifiëren of zijn neef gemachtigde was namens de nabestaanden. Hij beweert dat de gemeente door dat na te laten onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld.
Naar ons oordeel is het zo dat wanneer iemand verklaart rechthebbende te zijn dan wel gemachtigde namens de nabestaanden van de overledenen en bovendien de beheerder van een begraafplaats de aanvraag voor hem verzorgt (waaruit volgens ons blijkt dat de beheerder de aanvrager als rechthebbende beschouwt) het niet nodig is dat de burgemeester vervolgens overige familieleden opspoort om te verifiëren of de aanvrager daadwerkelijk rechthebbende of gemachtigde is.
Aangezien het hier om een gevoelige aangelegenheid gaat, wil ik graag deze kwestie aan u voorleggen. Hebben wij juist gehandeld?
Ik zou u zeer erkentelijk zijn voor uw medewerking.
met vriendelijke groet,
X
gemeente Y
Antwoord:
Geachte heer,
De kwestie kan zeker gevoelig liggen, maar juridisch is het allemaal vrij eenvoudig. De rechthebbende op een graf is de enige persoon die om opgraving kan vragen, of die met een verzoek tot opgraving moet instemmen. In casu is het verzoek tot opgraving gelopen via de beheerder van de RK begraafplaats, wat ik - net als u - zie als een bevestiging van de stelling van de aanvragende neef, dat hij rechthebbende op het graf was. Eigenlijk had de neef een grafakte op zijn naam moeten overleggen, maar met oudere graven speelt soms het probleem dat er geen grafakte bestaat. Pas in 1991 is het wettelijk verplicht om bij de uitgifte van een eigen graf een schriftelijk stuk op te stellen. Voordien kon een grafrecht ook mondeling worden gevestigd. Dat was natuurlijk zeer onverstandig, maar bij kleinere kerkelijke begraafplaatsen niet ongebruikelijk.
Of iemand stelt het verzoek mede namens nabestaanden te doen, is geheel niet relevant. Het is geen wettelijk vereiste, maar het is ook iets waar je in de praktijk niets mee kunt. Stel dat deze opa en oma 5 kinderen hadden, er 1 was er op tegen, zou dat ene kind dan een vetorecht moeten hebben? Stel dat dat kind het enige kind was dat altijd met opa en oma overhoop lag, de spreekwoordelijke nagel aan hun doodskist was, tientallen jaren lang, is het dan redelijk dat dit kind de wens van de andere kinderen, die wel altijd een goede relatie met hun ouders hadden, dwarsboomt? Dat weet je niet, kun je niet meten, kun je als overheidsorgaan ook niet afwegen. Het enige wat dan kan is dat iemand die het er niet mee eens is, met zijn argumenten de kans krijgt in een bezwarenprocedure. Maar wat kunnen de argumenten zijn? Strikt persoonlijke gevoelens, of bestaat er bijvoorbeeld een testament waarin de ouders hebben aangegeven per se begraven te willen worden, zodat er een objectief argument tegen de crematie is?
In casu is geen gebruik gemaakt van een mogelijkheid om bezwaar te maken. Juridisch gezien is het besluit dan onherroepelijk. Ik meen dat een bezwaarschrift niet ontvankelijk dient te worden verklaard.
Wat de klager verlangt, ligt trouwens ook buiten de macht van de burgemeester. De burgemeester heeft geen bevoegdheid om te besluiten dat de asbussen van opa en oma in het graf moeten worden geplaatst. De klager kan hooguit een civiele procedure aanspannen tegen de persoon die de asbussen thans in zijn bezit heeft en vorderen dat ze in het graf worden geplaatst. Dat kan dus alleen op basis van een rechterlijk vonnis. Het kan natuurlijk ook op minnelijke weg tussen betrokkenen worden afgesproken, maar dat zit er waarschijnlijk niet in.
Overigens verbaast het mij dat de ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) toestemming heeft gevraagd aan de OvJ. Terzijde: u bedoelt waarschijnlijk gewoon de medewerker van de afdeling Burgerzaken die het verzoek ex artikel 29 Wlb heeft behandeld. Dat heeft niets te maken met de status van ABS. Maar het is niet nodig dat de gemeente het verlof van de OvJ vraagt; dat is een zorg en verantwoordelijkheid van de aanvrager. Die kan het zelf aan de OvJ. Lastig is altijd dat als een verzoek door de OvJ zou worden afgewezen, de gemeente dan eigenlijk niet de positie heeft om daar bezwaar tegen te maken. De gemeente heeft geen eigen belang, de gemeente heeft geen argumenten om het verlof graag te hebben; dat heeft alleen de aanvrager. Het is zuiverder als de aanvrager van het verlof tot opgraving van de burgemeester ook zelf het verlof tot crematie bij de OvJ vraagt.
Om dezelfde reden vind ik het niet verstandig dat de beheerder van een begraafplaats ten behoeve van een rechthebbende een verzoek tot opgraving indient. Dat moet de rechthebbende/belanghebbende zelf doen. Van hem moeten de argumenten komen en hij is ook degene die bezwaar moet kunnen maken als een verlof afgewezen zou worden. De begraafplaatshouder of -beheerder heeft geen eigen belang en geen eigen wensen en geen argumenten. Hij kan hooguit de aanvrager helpen met het opstellen van diens verzoek.
Maar per saldo meen ik dat de gemeente juist heeft gehandeld. Ik zie geen reden om een verzoek tot opgraving (ten behoeve van crematie) te weigeren als het verzoek van de rechthebbende komt en de overledenen al ruim tien jaar dood zijn. Derde-belanghebbenden moeten dan wel met heel zware en vooral objectieve argumenten komen om geen verlof te verlenen.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten