Wij verzorgen uitvaarten
bekijk de reviews

Overlijden melden: 088 - 848 82 27

Welke producteisen heeft een uitvaartkist?

13 januari 2015

Vraag nummer: 41198

Beste mr. van der Putten,

Bestaat er een reglement van producteisen van een uitvaartkist? Ik hoorde bijvoorbeeld dat je geen kartonnen kisten mag gebruiken i.v.m. de milieuonvriendelijkheid van de lijm die ervoor gebruikt word. Toch worden er op verschillende website deze aangeboden.

Met vriendelijke groet,
Marieke Bekkers

Antwoord:

Geachte mevrouw,

Er zijn sinds 1 januari 2013 geen specifieke landelijke eisen voor een doodskist meer. Een belangrijke (globale) eis staat nog steeds in het Besluit op de lijkbezorging, namelijk dat kisten alleen mogen worden gemaakt van biologisch afbreekbare materialen die het doel van begraving niet belemmeren. Technische eisen waren vroeger opgenomen in het Lijkomhulselbesluit 1998, maar die regeling is in 2013 ingetrokken. Niet omdat de eisen achterhaald waren, maar omdat men heeft bedacht dat het niet meer nodig was om voorschriften te stellen (* zie onder). Men lette daarbij vooral op milieu-eisen, maar niet op de ethische aspecten van een kist waarin een stoffelijk overschot natuurlijk en waardig moet kunnen ontbinden.

Artikel 4 lid 1 van het Besluit op de lijkbezorging regelt: "1. Een kist of ander omhulsel wordt slechts voor begraving gebruikt indien deze is vervaardigd met toepassing van biologisch afbreekbare materialen die het doel van begraving niet belemmeren." Aan een kist die bij crematie wordt gebruikt worden geen eisen gesteld. Indien een ander omhulsel dan een kist wordt gebruikt, moet dat omhulsel op het doel van crematie zijn afgestemd.

Ik vind deze wijziging in de regelgeving in 2013 bepaald geen verbetering. Een dergelijk vage wettelijke norm zal leiden tot kisten die niet meer milieuvriendelijk zijn en die misschien ook de vertering van stoffelijke overschotten in de grond gaan belemmeren, ook al mag dat volgens de algemene regel niet. Wanneer de eisen niet glashelder zijn, krijg je vanzelf wildgroei. Ik vrees dat men over enkele decennia weer op het punt is, waar we 25 jaar geleden waren. Toen waren er soms ernstige misstanden.

Echter, houders van begraafplaatsen en van crematoria kunnen eigen eisen stellen aan de eigenschappen van lijkkisten. De Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB) bijvoorbeeld adviseert haar leden om in hun beheersverordeningen en beheersreglementen materiaaleisen voor kisten op te nemen, die min of meer overeen komen met de eisen van het Lijkomhulselbesluit 1998. Dat vind ik erg verstandig van de LOB.
Ook crematoria accepteren niet alle soorten kisten en omhulsels.

Ik ken geen verhalen over de milieuonvriendelijkheid van lijm in kartonnen lijkkisten. Maar ik vind het wel een typisch voorbeeld van het (kunnen) afglijden van de wenselijke norm. Het Lijkomhulselbesluit 1998 bevatte specificaties van de toegestane lijm. Nu kun je er niet (meer) op vertrouwen dat als je een kartonnen of een andere kist koopt, je een goed product hebt. Je kunt natuurlijk altijd naar technische specificaties vragen, maar het is de vraag of de (weder)verkoper die heeft. En geeft. En wie zal er op bedacht zijn om er over na te denken en er naar te vragen?

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten


TIP
Vergelijk offertes van uitvaartondernemers via de nieuwe site Uitvaartmarkt.nl

TIP
Bezoek ook eens de video-adviesrubriek: Infotheek - reportages - kijkersvragen - juridische vragen en antwoorden (klik hier).


* Voor belangstellenden plaats ik hieronder de toelichting die in het Stb 2012, 507 in de Nota van Toelichting is gegeven op het besluit om het Lijkomhulselbesluit 1998 te schrappen en het Besluit op de lijkbezorging te wijzigen:

NOTA VAN TOELICHTING
1. Algemeen
Het Besluit op de lijkbezorging (hierna: het Besluit) wordt gewijzigd met het oog op vereenvoudiging van de eisen die worden gesteld aan lijkkisten. Deze eisen, die voor deze wijziging waren neergelegd in artikel 4 en 8 van het Besluit en het Lijkomhulselbesluit 1998, dienen om de volgende redenen te worden aangepast.
In de eerste plaats omdat in de kabinetsreactie Kenbaarheid van normen en normalisatie (Kamerstukken II 2010/11, 27 406, nr. 193) is besloten het dwingend verwijzen naar externe normen te beperken. In het Lijkomhulselbesluit 1998, dat gebaseerd is op artikel 4 van het Besluit, werd op een aantal plaatsen dwingend verwezen naar dergelijke normen die veelal eerst na betaling van een bedrag konden worden opgevraagd bij diverse normalisatie-instituten. Gelet op de kabinetsreactie is besloten de gedetailleerde normen die gelden voor het gebruik van kunststoffen in lijkkisten of lijkomhulsels te vervangen door de meer algemene formulering in artikel 4, inhoudende dat de kist of het omhulsel moet zijn vervaardigd met toepassing van biologisch afbreekbare materialen die het doel van begraving niet belemmeren. Daarmee wordt beoogd aan te geven dat de kist of het omhulsel zodanig moet zijn dat het graf na afloop van de grafrusttermijn kan worden geruimd. Het Lijkomhulselbesluit 1998 vervalt door het schrappen van de grondslag voor het stellen van dergelijke normen in artikel 4.

In de tweede plaats zijn sinds 1 januari 2010 in het Activiteitenbesluit milieueisen opgenomen voor het in werking hebben van een crematorium en het in gebruik hebben van een strooiveld. Als een inrichtinghouder aan die milieueisen voldoet, heeft de drijver van de inrichting voor die activiteit geen omgevingsvergunning voor het milieu nodig. Daarin worden ook eisen aan kisten, bestemd voor crematie, gesteld. Het is om die reden niet meer nodig om daarnaast op grond van de artikelen 4 en 8
van het Besluit eisen te stellen aan kisten en omhulsels, bestemd voor crematie. De eisen voor grafkisten op grond van artikel 4 werden in artikel 8, derde lid, van toepassing verklaard op lijkkisten of andere omhulsels, bestemd voor crematie. De eisen aan kisten en omhulsels, bestemd voor crematie, gesteld bij en krachtens het Besluit, kunnen dan ook vervallen.
Ten slotte leidde de verhouding tussen de artikelen 4, 8 en artikel 16 van het Besluit met artikel 4.117 van het Activiteitenbesluit tot onduidelijkheid.
Voor een toelichting op dit punt wordt verwezen naar de artikelsgewijze
toelichting op artikel I, onderdeel J.
In het onderhavige wijzigingsbesluit zijn de normen voor lijkkisten of andere omhulsels vervangen door een algemene, minder gedetailleerde norm.
In verband hiermee is het nieuwe artikel 4, eerste lid, positief geformuleerd door de formulering dat een kist of ander omhulsel, bestemd voor begraving, niet mag zijn vervaardigd met toepassing van kunststoffen of metalen te vervangen door de formulering dat de kist of het andere omhulsel vervaardigd dient te zijn met toepassing van biologisch afbreekbare materialen die het doel van begraving niet belemmeren. Deze meer algemene formulering maakt duidelijk dat materialen die niet
biologisch afbreekbaar zijn, niet zijn toegestaan. Daarnaast mogen de gebruikte materialen het doel van begraving niet belemmeren, de beheerder is verantwoordelijk dat begravingen volgens deze algemene norm plaats vinden. Voorts gelden uiteraard op grond van de Wet milieubeheer de gebruikelijke milieurechtelijke regels.

In het tweede lid is onderdeel b geschrapt, waarin in een vrijstelling werd voorzien van het verbod om kunststoffen te gebruiken in lijkkisten of lijkomhulsels voor aangewezen kunststoffen of toepassingen van kunststoffen. Het Lijkomhulselbesluit 1998, waarvan de grondslag was gelegen in dit onderdeel, en waarin deze kunststoffen werden aangewezen, vervalt daarmee. Dergelijke kunststoffen worden in het vervolg toegestaan voor zover voldaan wordt aan de eerdergenoemde eis van
biologische afbreekbaarheid.
De overige wijzigingen vloeien voort uit de wijzigingen van de Wet op de lijkbezorging, die op 1 januari 2010 in werking is getreden alsmede enkele redactionele punten en worden – voor zover nodig – in het artikelsgewijze deel van deze toelichting toegelicht. Het betreft wijzigingen van wetstechnische aard.

Print deze pagina

×

Spelregels

  • U kunt een vraag intypen; het antwoord staat binnen 48 uur onder de vraag.
  • De service staat open voor particulieren en voor instellingen, ondernemers en begraafplaatsen die relatie zijn van Uitvaart.nl, Juridisch Adviesbureau Van der Putten of Grafzorg Nederland.
  • Een vraag moet een algemeen karakter hebben. Bijvoorbeeld: "Moet ik een uitvaartondernemer inschakelen ", "Mag een asbus worden begraven", "Mag een begraafplaats kosten voor onderhoud rekenen ", "Mag een lijk in een ambulance worden vervoerd ".
  • Vragen die betrekking hebben op individuele situaties (bijvoorbeeld: "Ik verschil van mening met de begraafplaats over de rechten op een graf ") kunnen niet worden behandeld, omdat voor een juist antwoord veel gegevens over feiten en omstandigheden nodig zijn. Voor dergelijke individuele vragen kunt u - vrijblijvend - bij juridisch adviesbureau Van der Putten terecht.
  • Zowel de vraag als het antwoord zijn openbaar.
  • Uw vragen worden serieus en zorgvuldig behandeld, maar uitvaart.nl en mr. Van der Putten aanvaarden geen aansprakelijkheid voor onjuiste toepassingen en gevolgen.

Heeft u op dit moment een uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219 Dag en nacht bereikbaar Nee, ga verder