Samenstelling lijkwade en kleding
19 september 2002
Vraag nummer: 1098 (oude nummer: 1433)
Sun Oct 1 18:03:29 2000
Zijn er regels voor de samenstelling van de lijkwade of kleding die de overledene aan mag hebben?
Willem van Steijn
Antwoord:
Sun Oct 1 22:38:16 2000
Geachte heer Van Steijn,
Uw tweede vraag, of er regels zijn voor de samenstelling van de lijkwade of kleding die de overledene aan mag hebben, behandel ik maar even apart. Dan kan er een eigen kopje boven die het onderwerp herkenbaar maakt. En dan is het ook via de zoekmachine beter te vinden.
De wetgever heeft geregeld dat iemand moet worden begraven in een kist of een ander omhulsel van vergankelijk materiaal. De lijkwade, die dient ter vervanging van een kist, moet dus van een natuurlijk vergankelijk materiaal zijn. De mensen die lijkwades maken, weten dit en passen natuurlijke materialen toe.
Je kunt de kleding ook zien als omhulling van het lichaam. Kunststof kleding kan het lichaam omknellen en een goede natuurlijk lijkontbinding belemmeren. De wetgever heeft over dit probleem nagedacht (dat weet ik omdat ik er destijds zelf direct bij betrokken was; ik heb eind jaren tachtig van de vorige eeuw de ontwerpen van het Besluit op de lijkbezorging en het Lijkomhulselbesluit geredigeerd), maar heeft besloten om geen nadere regels voor kleding te geven. Wat een overledene draagt is vaak een heel persoonlijke wens en de wetgever achtte het probleem niet dusdanig groot dat ze hier regelend in zou moeten optreden. Het kan erg gevoelig zijn, een eventueel verbod is moeilijk handhaafbaar en bovendien vertrouwt de wetgever er op dat uitvaartverzorgers met hun kennis van zaken hier een beetje sturend optreden om uitwassen te voorkomen. Een luchtig katoenen nachthemd is te prefereren boven een synthetisch vervaardigd driedelig kostuum.
Het effect van de kleding is ook maar één aspect van vele factoren die op elkaar inwerken, zoals de temperatuur van de grond waarin wordt begraven (zomer/winter), of wordt begraven in een kelder of in de grond, hoe diep wordt begraven, de relatieve luchtvochtigheid (het moet niet te droog en niet te vochtig zijn) en het soort kist of omhulsel. Alleen voor factoren die een hele grote invloed kunnen hebben, zoals een te dichte kist of omhulsel, of het te diep in de grond begraven, waardoor er te weinig zuurstofuitwisseling is met de buitenlucht, zijn regels gesteld.
mr W.G.H.M. van der Putten
1 oktober 2000