Nieuwe wet; nieuwe regel eigendom grafmonumenten 01-01-2010
16 januari 2010
Vraag nummer: 7242 (oude nummer: 14823)
Bij uw presentatie in november vorig jaar in Roermond heb ik begrepen dat vanaf 01-01-2010 graftekens en beplanting eigendom blijven van de rechthebbende. Ik heb gezocht in de nieuwe wet, echter hierover niets kunnen lezen. Waar kan ik dit vinden c/q lezen?
Uitgaande dat dit zo als door u gezegd is mijn vraag betreffende deze als volgt.
Over welk tijdsbestek gaat dit? Over de tijd dat het graf niet geroerd mag worden(10 jaar) of over duur van een grafakte bv. over 20 jaar. Indien het recht over 10 jaar gaat, wie is dan bij een grafakte van 20 jaar de laatste 10 jaar de eigenaar c/q rechthebbende en verantwoordelijk?
M.v.g.
J. Smeets
Antwoord:
Geachte heer,
Het is, zeker voor een niet-jurist, inderdaad niet eenvoudig in de wet te lezen dat vanaf 01-01-2010 graftekens en beplanting eigendom blijven van de rechthebbende op het graf (of een andere eigenaar).
Het per 1 januari 2010 nieuw ingevoegde artikel 32a van de Wet op de lijkbezorging luidt: "Gedurende de periode dat een graf niet geruimd mag worden, is artikel 20, eerste lid, aanhef en onder e en f, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing op hetgeen op dat graf is geplaatst".
De hoofdregel in het Burgerlijk Wetboek is dat alles wat duurzaam aan de ondergrond verbonden is, ook eigendom is van de eigenaar van die ondergrond. Dat noemen we 'natrekking'. Dit artikel 32a maakt er een uitzondering op.
Deze bepaling geldt zowel voor algemene graven als voor eigen/particuliere graven.
Uit de tekst van artikel 32a blijkt al voor wat voor situatie de uitzondering op de natrekking geldt: zo lang het graf niet geruimd mag worden. Het graf mag niet geruimd worden als er nog rechten op rusten (tenzij de rechthebbende er toestemming voor geeft) en wanneer de laatst begraven persoon minder dan 10 jaar in het graf gerust heeft.
De langste termijn of laatste datum geldt.
Als in een graf 1 persoon begraven is en het graf minstens 10 jaar gelegen heeft en de rechten verlopen zijn, is artikel 32a niet meer van toepassing. Dan zijn er geen vragen en problemen.
De nieuwe regeling geldt alleen voor grafmonumenten die vanaf 1 januari 2010 zijn geplaatst; niet voor oudere monumenten. Van monumenten die voor die datum zijn geplaatst blijft de houder van de begraafplaats de (juridisch) eigenaar (maar de rechthebbende de 'economisch' eigenaar; zie eerdere vragen).
Hier moeten wel kanttekeningen bij worden geplaatst. Ik schrijf bewust 'het monument blijft eigendom van de eigenaar' en niet 'het monument blijft eigendom van de rechthebbende' omdat de eigenaar iemand anders kan zijn dan de rechthebbende. In uw vraag 'Verlenging en in rekening brengen kosten ruiming graf' van 10 november 2009 heb ik het voorbeeld gegeven dat een vader overlijdt, moeder de rechthebbende van het graf is, maar een kind de steen bestelt, betaalt en laat plaatsen. Dan is en blijft het kind de eigenaar van het monument. De begraafplaatshouder weet helemaal niet wie de eigenaar is. Vermoedelijk is dat meestal de rechthebbende, maar zeker weten doe je dat niet. Ook als je bijvoorbeeld hoort van een steenhouwer dat een kind de steen bestelt en betaalt, weet je niet of het kind tegen zijn moeder heeft gezegd "Ik doe jou de steen op het graf van vader cadeau".
Misschien moeten begraafplaatshouders bij de aanvraag van een vergunning voor plaatsing van het monument wel expliciet vragen of de rechthebbende op het graf ook de eigenaar van het monument is en als dat niet dezelfde persoon is, wie dat dat dan is en of hij of zij er ook voor tekent om zich aan de bepalingen van het beheersreglement te houden. Zodat ze tenminste weten met wie zij te maken hebben, voor het geval er problemen zouden ontstaan.
De wetgever gaat er van uit dat het eigendom niet eindigt als het grafrecht verlopen is of vervallen is. Voor het geval van het vervallen van rechten geef ik maar weer een voorbeeld.
Er is een graf dat in 2010 voor 20 jaar is uitgegeven; op 1 juli 2024 is iemand begraven en zijn ook de rechten verlengd, maar op 1 januari 2026 overlijdt de rechthebbende, er meldt zich binnen een jaar geen opvolger en in de loop van 2027 worden de rechten op het graf door de begraafplaatshouder vervallen verklaard. Dat blijft het monument tot 1 juli 2034 eigendom van de eigenaar, volgens artikel 32a.
De rechten zijn dan wel vervallen, maar de begraafplaatshouder mag het graf niet ruimen. Althans niet de inhoud, vanwege de wettelijke termijn van grafrust, tot 1 juli 2034. Maar betekent het ook dat de steen tot 1 juli 2034 moet blijven staan? Daar is nog discussie over mogelijk, want eigendom van de steen is iets anders dan het recht om een steen te mogen plaatsen en geplaatst te houden. De eigenaar heeft geen recht om een steen op een graf te plaatsen, dat recht heeft alleen de rechthebbende op een graf.
Wetswijzigingen roepen soms nieuwe vragen en nieuwe problemen op.
Ik ben er voorstander van om in een beheersreglement of beheersverordening op te nemen dat na het einde van het grafrecht de grafbedekking verwijderd mag worden. Dat tast het recht van de eigenaar van de grafbedekking niet aan; toen de grafbedekking op het graf stond, was hij eigenaar en dat blijft hij ook als de grafbedekking 'los' is.
Ik ben er voorstander van om in een beheersreglement of beheersverordening tevens op te nemen dat de verwijderde grafbedekking ook vernietigd mag worden, omdat je als begraafplaatshouder redelijkerwijs niet verplicht moet zijn om spullen te bewaren van anderen, die er zelf niet goed op letten. De oplettende rechthebbende of eigenaar zorgt er voor dat de grafrechten niet verlopen en dat maatregelen worden genomen als de rechthebbende overlijdt. Natuurlijk moet de begraafplaatshouder betrokkene dan wel eerst schriftelijk waarschuwen, een bordje bij het graf plaatsen met het verzoek om contact op te nemen, e.d. Maar als daar niemand op reageert, houdt het een keer op met de redelijkheid en de zorgplicht van de begraafplaatsbeheerder.
Als het grafrecht op een normale manier door tijdsverloop eindigt, moet de begraafplaatshouder tevoren een verlenging aanbieden. In die brief kan ook worden gewaarschuwd dat de eigenaar van de grafbedekking zijn steen of beplanting tijdig dient te verwijderen, als hij er nog prijs op stelt. En dat hij geacht wordt er afstand van te doen als hij niets van zich laat horen. In antwoorden op eerdere vragen van u heb ik opgemerkt dat u er verstandig aan doet om de kosten van verwijdering en vernietiging van de grafbedekking al in de kosten van uitgifte of verlenging van een grafrecht te verwerken.
Als de begraafplaatshouder weet dat de eigenaar van het grafmonument een ander is dan de rechthebbende - zie mijn eerdere suggestie om bij de aanvraag van vergunning voor plaatsing van een monument te vragen wie de eigenaar is - dan kan hij die persoon ook aanschrijven.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten
Naschrift:
Er is een nieuwe wettelijke regeling voor het eigendom van grafmonumenten per 1 maart 2011: