Meerdere gedenktekens op een alg. graf? (onenigheid tussen nabestaanden)
7 juni 2005
Vraag nummer: 3830 (oude nummer: 6000)
Geachte heer Van der Putten,
In onze gemeente is in de beheersverordening geregeld dat voor het hebben van een grafsteen en winterharde beplanting een vergunning nodig is. Verder gedogen wij ruimhartig plantjes, eenjarigen, lantaarntjes en andere vormen van losse 'versierselen' van een graf.
Door een dochter van een overleden moeder wordt nu bij ons geïnformeerd of het mogelijk is dat een oom rondom de door haar aangevraagde en neergelegde grafsteen (vergunning verleend) allerlei paaltjes, grind en andere losse 'versierselen' - met een kennelijk permanent karakter- neerlegt/plaatst. Haar storen deze toevoegingen en zij vraagt zich af of dit zomaar kan en/of ze weggehaald kunnen worden. Ik heb uitgelegd (het betreft een algemeen graf) dat de gemeente eigenaar van dit graf is en dus bepaalt wat er met dit graf gebeurt (rekening houden met de wettelijke termijn voor grafrust) en dat het door het gedoogbeleid van 'losse versierselen' wel eens zo zou kunnen zijn dat de gemeente hier 'niets' tegen kan doen. Voor de door het andere familielid neergelegde losse versierselen is immers geen vergunning nodig.
Vragen:
1. Klopt deze zienswijze?
2. Is er een juridische basis voor een rangorde in nabestaande bij een algemeen graf (bijv. de graden in bloed- en aanverwantschap) en kan dan een van de nabestaanden 'uitingen' van andere nabestaanden tegenhouden en/of verwijderen?
3. Wat als twee broers of zussen allebei een grafmonument willen neerleggen? Geldt dan wie het eerst aanvraagt krijgt de vergunning en de rest vist achter het net?
Etc. etc.
Antwoord:
Geachte heer,
Ik denk dat u de zaak een beetje te ruimhartig ziet. Voor het leggen van paaltjes en grind is geen vergunning nodig, zegt u. Maar mijn interpretatie van de regeling is dat er geen vergunning gegeven kán worden om het toe te staan, want het is altijd verboden. Het zit buiten de grafmaten of de maten waarbinnen een monument is toegestaan, althans als u een een slimme verordening of uitvoeringsregeling hebt. Of het systeem is dat niets anders wordt toegestaan dan met verlof geplaatste monumenten en echt losse voorwerpen zoals bloemen en wellicht wat speelgoed op een kindergraf. Maar los grind en paaltjes zie ik niet als roerend en tijdelijk.
Er is maar ruimte, zowel feitelijk als juridisch om aan één persoon vergunning te geven voor het plaatsen van een gedenkteken op een graf. Of het om een eigen of een algemeen graf gaat maakt mijns inziens geen verschil (behalve voor de maten dan en dat men op een algemeen graf aan meer personen vergunning verleent voor andere delen van het oppervlak). Ik meen dat andere permanente of semi-permanente spullen op het graf niet getolereerd hoeven worden. Ik meen dat de dochter u terecht kan vragen om dit soort materiaal en spullen te verwijderen. Natuurlijk eerst de man er zelf op attenderen dat dit niet de bedoeling is. Nog natuurlijker zou het zijn als de dochter het zelf met haar oom besprak, maar waarschijnlijk ligt dat moeilijk. Maar als puntje bij paaltje komt kan de vergunninghouder van de gemeente eisen dat zij geen andere (semi)permanente voorwerpen gedoogt.
Om naar uw derde vraag te springen: als 2 nabestaanden tegelijk iets (anders) willen, verdient denk ik degene die het het eerste aanvraagt voorrang.
Er is geen juridische basis voor een rangorde in de bloedverwantschap. Wat hier eigenlijk nodig is, is dat voor een algemeen graf ook één persoon als een soort rechthebbende wordt aangewezen. Vaak wordt dat 'de gebruiker' genoemd. Deze term ziet men vaak in de beheersreglementen voor RK begraafplaatsen en ik heb hem ook wel gezien bij oude gemeentelijke regelingen. Maar het komt helaas weinig voor dat er voor een algemeen graf één verantwoordelijke wordt vastgesteld, net als bij een eigen graf. In de verordeningen en reglementen die ik maak neem ik het wel standaard op.
Ik kan u alleen adviseren om in de beheersverordening te regelen dat ook algemene graven één verantwoordelijke nabestaande krijgen, net als eigen graven. En om dan meteen ook de bepalingen over monumenten en de uitvoeringsregeling aan te scherpen. Dan is er de duidelijkheid die dit soort schimmige situaties uitsluit. En is er ook een moment om toch enige grenzen aan te brengen bij wat er allemaal op en aan een graf wordt toegelaten.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten