Knekelgraf ruimen
18 oktober 2019
Vraag nummer: 58935
Beste Willem,
Ons verzamelgraf dreigt vol te raken. Ik lees daar nergens iets over. Ik neem aan dat ik dit gewoon mag ruimen. Alle botten verzamelen en weer onder in de "put" neerleggen en dan "opnieuw" beginnen.
Natuurlijk moet dit netjes verzorgd worden. Zijn er nog andere restricties?
Antwoord:
Geachte heer,
Men mag de inhoud van een knekelgraf verplaatsten. Het ruimen van een knekelput is een wat vreemde gedachte, omdat het gaat om botmateriaal dat al geruimd is. Ruimen wat geruimd is, klinkt gewoon wat vreemd. Maar het kan zeker!
Als uw gemeente een knekelgraf als 'tussenstap' gebruikt en dat vol raakt, kunnen de resten zeker naar een andere plek op een van uw begraafplaatsen worden overgebracht.
Dat hoeft ook geen officiële plek te zijn. Dat kan gewoon elke plek zijn waar het nu en in de toekomst niet in de weg ligt. In vroeger tijden werden stoffelijke resten wel eens onder een haag of onder een plantsoentje begraven. Dat kan nog altijd. Men maakt een flinke put en zet er iets moois op. Een beplanting of soms zelfs een monumentje ter herinnering aan iedereen die ooit op die begraafplaats begraven is geworden (niet 'geweest', want onder dat monumentje liggen nog steeds de resten).
Nu ik het zo opschrijf, denk ik dat een mooi afgewerkte plek als eindbestemming van alle stoffelijke resten een sieraad en goede PR van de begraafplaats kan zijn. Er zijn ook al andere begraafplaatsen die het bewust in beeld brengen, om te laten zien dat men er netjes en respectvol mee omgaat.
Er zijn geen restricties.
Tot de 31e!
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten
TIP (voor gemeenten)
Extra cursus wegens grote belangstelling:
2e Themamiddag Financiën van de gemeentelijke begraafplaats op donderdag 23 januari 2020.
De financiële kant van de lijkbezorging roept voor de houders van begraafplaatsen vaak vragen op. Van den Bosch & Partners organiseert daarom samen met mr. Willem van der Putten op 31 oktober 2019 een speciale themamiddag rondom de financiën van de gemeentelijke begraafplaats. De organisatie is in handen van de Academie Lokale Belastingen.
Vanuit de fiscale kant zal mr. Edwin Borghols, vennoot bij Van den Bosch & Partners, de belangrijke fiscale aspecten van de begraafplaats behandelen. Willem van der Putten zal vanuit zijn grote ervaring andere financiële aspecten voor zijn rekening nemen. Daarbij komen aan de orde vragen als:
• Hoe hoog mogen de lijkbezorgingsrechten worden vastgesteld?
• Moet er onderscheid worden gemaakt tussen grafrechten en onderhoudsrechten?
• Kunnen er verschillende soorten onderhoudsrechten worden vastgesteld?
• Kan er verschil in onderhoudsrechten worden gemaakt tussen algemene en particuliere graven?
• Kunnen er nieuwe rechten worden opgelegd aan bestaande graven met oude contracten?
• Maakt het verschil of graven liggen op een begraafplaats die oorspronkelijk een kerkelijke begraafplaats was?
• Kan er onderscheid worden gemaakt tussen verschillende typen grafmonumenten of graven op verschillende grafvakken?
• Voor welke diensten kunnen er rechten worden geheven? Kan men bijvoorbeeld rechten heffen voor een opgraving, als de uitvoering bij een extern bedrijf ligt, dat een eigen rekening indient?
• Kunnen er afkoopsommen voor het recht op een graf of voor 20 jaar onderhoud geheel in de exploitatie worden opgenomen?
• Kunnen er verschillende rechten worden geheven voor graven met twee of meer overblijfselen?
• Hoe kan grafonderhoud op de langere termijn het beste worden bekostigd?
• Kunnen de kosten van graven die eeuwigdurend zijn afgekocht nog worden meegenomen in de exploitatie?
Inmiddels zit de zaal voor 31 oktober 2019 vol.
Er komt een nieuwe mogelijkheid op donderdag 23 januari 2020.
Zie https://www.lokbel.nl/cursus/themamiddag-financien-van-de-begraafplaats.
TIP
Bezoek ook eens de video-adviesrubriek: Infotheek - reportages - kijkersvragen - juridische vragen en antwoorden (klik hier).
Zoals: Wie is verantwoordelijk voor de kosten van de uitvaart?
TIP
Melden van overlijden. Landelijk gratis meldnummer overlijden: 0800-783 73 43.