Rechthebbende op verzoek van de gemeente
5 maart 2003
Vraag nummer: 2048 (oude nummer: 2437)
Wed, 5 Mar 2003 15:49
Geachte heer Van der Putten,
U geeft aan in uw antwoord op de vragen onder nrs. 1901 en 1140 dat het overschrijven en verlengen van grafrechten (na overlijden van de oorspronkelijke rechthebbende) altijd een zaak is van wie het eerste komt. U stelt dat de gemeente niet hoeft te onderzoeken of er nog meer familieleden in leven zijn en wat die er van vinden.
Nu is het zo, dat de gemeente Heerlen oploopt tegen situaties, waarin de rechthebbende reeds gedurende ruime tijd overleden is. Het gaat hierbij met name om graven die voor onbepaalde duur werden uitgegeven. In verband met de invoering van een geautomatiseerde begraafplaatsenadministratie wordt getracht om bij elk graf een nieuwe rechthebbende te vinden. Dit gebeurt met behulp van de gemeentelijke basisadministratie en het telefoonboek.
Handelt de gemeente Heerlen naar uw mening zorgvuldig genoeg indien de grafrechten aan de eerste de beste nabestaande (die daar volgens de verordening vanzelfsprekend ook recht op hebben) worden aangeboden? Hierbij wordt uitdrukkelijk aangeraden om overleg te plegen met overige familieleden.
Bij voorbaat dank voor uw antwoord.
Met vriendelijke groet,
dhr. A. Matlega,
afdeling Burgerzaken, gemeente Heerlen
Antwoord:
Geachte heer Matlega,
Ja, het is voldoende om de grafrechten aan te bieden aan de eerste de beste nabestaande. Waarbij het wel voor de hand ligt om eerst in de kring van de kinderen te zoeken en vervolgens pas in de kring van kleinkinderen en vervolgens andere relaties.
Het is ook verstandig om aan te raden overleg te plegen met andere familieleden. Er is strikt genomen geen verplichting toe, maar iedereen snapt dat je dit soort zaken toch zoveel mogelijk in goed overleg moet regelen. En de gemeente dekt zich er ook enigszins mee in tegen eventuele klachten van andere familieleden. Hoewel, wanneer zich later andere familieleden melden, die eigenlijk per definitie nooit recht van klagen hebben, omdat ze immers al lange tijd de rechten letterlijk en figuurlijk hebben laten liggen. Dat is hun eigen verzuim. Dat kan men nimmer de gemeente verwijten.
Ik zie ook geen andere optie dan om - wat in de meeste verordeningen en beheersreglementen staat - gewoon de eerstkomende het recht te verlenen. Je kunt niet zeggen dat een kind meer recht heeft dan een ander kind, of een kind meer recht heeft dan een kleinkind, of dat een kind meer recht heeft dan een 2e echtgenoot/echtgenote of levenspartner, of andersom. Want eigenlijk is het een gevoelskwestie en het kan best zijn dat de overledene liever gewild had dat het ene kind de rechten kreeg in plaats van het andere, of dat zijn 2e echtgenote het krijgt in plaats van een kind. Maar dat soort dingen is niet aan te tonen en te meten, als er geen testament of andere wilsbeschikking is. En daar komt dan nog bij dat de houder van een begraafplaats geen executeur-testamentair van een testament of codicil is en dat als er al zulke stukken zijn, men daar ook geen rekening mee kan houden. Dat is iets voor nabestaanden onderling om uit te knokken. Als nu 2 belangstellenden zich ongeveer gelijktijdig melden en de 1 kan een testament tonen en de ander niet, dán heb je een situatie om rekening mee te houden. Maar je kunt een aanvraag of aanbod tot overboeking niet aanhouden, omdat zich wellicht nog een ander zou kunnen melden. Voor de houder van de begraafplaats is van belang om zo snel mogelijk een verantwoordelijke persoon voor het graf te kunnen registreren.
Ik denk dat, zoals u beschrijft, als u nabestaanden probeert op te sporen met behulp van de GBA en het telefoonboek, en u die mensen gewoon een aanbod doet, dat u zorgvuldig genoeg handelt.
mr W.G.H.M. van der Putten
5 maart 2003