Vervallen verklaren grafrecht na overlijden rechthebbende
6 november 2011
Vraag nummer: 26594
In onze verordening staat dat de grafrechten na het overlijden van de rechthebbende binnen een jaar na overlijden overgeboekt moet worden op een nieuwe rechthebbende. Wij plakken die graven ook aan voor een jaar (zoals in de verordening staat).
Nu heeft een jurist tegen ons gezegd dat de hoge raad heeft beslist dat het wettelijk niet mag om de rechten vervallen te verklaren na overlijden van de rechthebbende. kunt u mij uitsluitsel geven wat wel en niet mag?
Antwoord:
Geachte heer,
Als iemand zegt "Dat mag niet volgens de Hoge Raad" of "Dat mag niet volgens de wet" dan moet u altijd als wedervraag stellen "En waar staat dat dan? In welke wet en welk artikel of in welk arrest van de Hoge Raad?" Want met zo'n losse opmerking kunt u niets. En ik ook niet.
Ik ken geen arrest van de Hoge Raad waarin is beslist dat het wettelijk niet mag om de rechten vervallen te verklaren na overlijden van de rechthebbende. Misschien kunt u die jurist nog eens vragen om welke arrest het gaat. Ik leer ook graag bij.
Misschien doelt deze jurist op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) uit 1998. Van 12 november 1998 om precies te zijn en het ging om een kwestie die speelde in de gemeente Vlaardingen. Bij u in de buurt dus. In de toenmalige verordening van Vlaardingen stond dat de grafrechten vervielen als ze niet binnen een jaar waren overgeschreven. Een rechthebbende was overleden en pas enkele jaren later meldde de zoon en enig erfgenaam van deze man zich bij de gemeente. De gemeente zei "Jammer, maar de rechten zijn inmiddels vervallen." Dat vond de ABRvS niet goed.
Ik heb er meen ik in 1999 een artikeltje over geschreven in het blad De Begraafplaats. Misschien hebt u nog oude nummers.
Ik heb uit deze uitspraak de conclusie getrokken dat grafrechten niet automatisch, na een jaar na het overlijden van een rechthebbende, mogen vervallen. Een dergelijke bepaling in een beheersverordening is onverbindend.
In dit specifieke geval in Vlaardingen speelde ook een rol dat de betreffende zoon de enige erfgenaam was. Dan is het makkelijk te concluderen dat de grafrechten op hem over zijn gegaan. Als er een hele groep erfgenamen is, kan men dat niet zo eenvoudig concluderen. In dat opzicht zijn er wel bezwaren
tegen deze uitspraak van de ABRvS. Zij is zeker niet in alle gevallen toepasbaar. Maar dat terzijde.
Wat wel mag, is een bepaling dat het college na een jaar na het overlijden van de rechthebbende de grafrechten vervallen mag verklaren. Dat is geen automatisme; er is een expliciet besluit van het college voor nodig.
Als een rechthebbende overleden is en de gemeente dat weet, kan het college nabestaanden aanschrijven, hen op dit voorschrift attenderen en wachten of een nieuwe rechthebbende zich meldt. Meldt zich geen nieuwe rechthebbende, dan kan het college besluiten om de grafrechten vervallen te verklaren. Ik ken geen uitspraak van de Hoge Raad, de ABRvS of een lagere rechter, dat dat niet zou mogen.
Ik merk echter, dat er gemeenten zijn die zich niet aan (de tekst van) hun eigen verordening houden. In die zin dat zij zo handelen alsof de rechten (automatisch) vervallen zijn, terwijl zij geen besluit daartoe nemen of genomen hebben. Dat is fout. Er moet een besluit zijn. Een gemeente zou bijvoorbeeld jaarlijks een lijstje moeten maken van particuliere of eigen graven waarvan de rechthebbende langer dan een jaar geleden overleden is en dan besluiten om de rechten te laten vervallen.
Het nemen van een besluit geeft rechtszekerheid (is het niet vervallen of niet?) en geeft ook bepaalde waarborgen aan nabestaanden. Zij kunnen er namelijk bezwaar tegen maken. Ook de voorbereiding van een besluit geeft waarborgen. Bij een goede voorbereiding hoort dat men een redelijke poging doet om nabestaanden van de rechthebbende op te sporen (het GBA maakt het tegenwoordig mogelijk om sneller en makkelijker iemands kinderen op te sporen) en hen van het voornemen om het grafrecht te laten vervallen in kennis stelt. Als men niemand kan vinden of mensen niet op brieven reageren, kan het besluit worden genomen. Dat besluit kan men publiceren op de gemeentelijke pagina van de plaatselijke of regionale krant, op de site van de gemeente en in het mededelingenkastje van de begraafplaats. Wordt er dan niet tijdig bezwaar aangetekend, dan heeft de gemeente alles gedaan wat mogelijk is en is het besluit definitief.
Overigens kan het dan zo zijn dat, wanneer zich na het genomen besluit alsnog een nabestaande meldt, zolang het graf niet geruimd is, het graf nog op naam van een nieuwe rechthebbende kan worden gesteld. Dat is in bijna alle beheersverordeningen zo bepaald.
Het is verder zo dat het overlijden van de rechthebbende op zichzelf niet tot het vervallen van het grafrecht leidt. Het grafrecht is een zakelijk gebruiksrecht; een recht dat rust op de zaak, in dit geval het graf. Het is voor het recht niet relevant of er een rechthebbende is of niet; het recht bestaat zo lang de zaak bestaat. Alleen als het recht is uitgegeven onder de voorwaarde dat het kan vervallen als het niet binnen een bepaalde periode na het overlijden van de rechthebbende is overgeschreven, speelt wat ik hiervoor heb geschreven. Als een dergelijke voorwaarde niet in de grafakte of een verordening of reglement is opgenomen, kan het grafrecht niet vervallen worden verklaard alleen omdat de rechthebbende overleden is. De begraafplaatshouder moet het recht dan in stand houden voor de overeengekomen termijn (als het graf voor een bepaalde termijn was uitgegeven) of voor onbepaalde tijd, als dat de afspraak was.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten