Rechten op lege koopgraf na herbegrafenis
10 september 2009
Vraag nummer: 6857 (oude nummer: 13793)
Onze begraafplaats X te Y heeft nog een aantal zgn. koopgraven. Wij kregen t.a.v. 2 koopgraven via de gemeente de vraag voorgelegd of wij akkoord gingen met opgraving i.v.m. herbegrafenis van de stoffelijke resten naar een andere begraafplaats. Daarbij bleek dat de rechthebbende van deze graven al in 2005 overleden was. Daarvan waren wij tot kort geleden niet op de hoogte gesteld. Ondanks dat hebben wij geen bezwaar tegen de opgraving en herbegrafenis. De rechtsopvolger van de oorspronkelijke rechthebbende blijft echter het recht op de 2 leegkomende koopgraven claimen. Is dat terecht?
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Als een graf leeg (gemaakt) is, leidt dat niet tot verval van de grafrechten. Zowel bij een graf voor bepaalde tijd als een graf voor onbepaalde tijd.
Het is net als met een huis dat bijvoorbeeld voor een jaar wordt gehuurd; als de huurder na 3 maanden elders gaat wonen moet hij dat weten, maar de huur loopt gewoon door. Er kan dan per slot ook een andere door de huurder aangewezen bewoner komen voor de resterende betaalde tijd.
Het grafrecht is niet afhankelijk van de vraag of iemand in een graf begraven is of niet. De familie kan het graf ook weer voor volgende bijzettingen gebruiken.
Maar in dit geval kan, indien uw bestuur van de graven af wil, gebruik worden gemaakt van de bepaling in artikel 15 van uw reglement (dat ik in archief heb):
1. (...)
2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende (...).
3. Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn geen verzoek tot overschrijving is gedaan, vervalt het recht aan het bestuur.
In dit geval is niet tijdig na het overlijden van de rechthebbende om overschrijving verzocht en dan vervallen de rechten op het graf volgens uw reglement.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten