Heruitgifte graf en bezwaar zoon
19 september 2002
Vraag nummer: 1091 (oude nummer: 1426)
Geachte heer,
Graag wil ik u het volgende voorleggen. In ons reglement wordt geregeld het verlengen van de grafrechten. Dit is de eerste keer bij begraven voor 20 jaar daarna telkens voor 10 jaar verlengen. Na 10 jaar wordt de rechthebbende aangeschreven. Hij kan dan aangeven of men de grafrechten wil verlengen of beeindigen.
Op onze begraafplaats heeft een zoon, die rechthebbende was, aangegeven dat hij de grafrechten van de graven van zijn ouders, niet meer wenste te verlengen en heeft ook de grafstenen verwijderd.
Na een jaar heeft een van de kleinkinderen zich bij ons gemeld en gevraagd of de grafrechten niet alsnog konden worden verlengd op zijn zijn naam en voor zijn kosten. Gezien het feit dat het reglement hier niet in voorziet en de begravenen nog net zo in hun graf rusten zijn wij tegemoet gekomen aan die wens en hem de grafrechten toegewezen.
Nu meldt zich echter de eerste rechthebbende (de zoon) en geeft aan dat hij dit niet juist vindt.
Wat is hierin wijsheid ? Wij zijn van mening dat wij tegemoet zijn gekomen aan een reeele wens van een kleinkind die het graf van zijn grootouders wilde sparen.
Graag uw reactie en advies.
Bij voorbaat dank.
Antwoord:
Geachte heer of mevrouw,
U heeft geheel correct gehandeld. De aanvankelijke rechthebbende heeft laten blijken geen belangstelling meer te hebben voor het graf. Als houder van de begraafplaats heeft u nu dus de volledige zeggenschap over het graf.
Drt betekent dat u het had kunnen ruimen indien u deze ruimte nodig had voor het uitgeven van een nieuw graf. U heeft dat echter niet gedaan. Nu zich een kleinzoon meldt met het verzoek het graf op zijn naam te krijgen kunt zonder problemen gehoor geven aan dat verzoek. Bezwaar van de vorige rechthebbnde doet niet ter zake, want die heeft afstand gedaan van het graf een heeft dus alle zeggenschap verloren.
Zie in de subrubriek 'Graf overschrijven' meer vragen en antwoorden over overschrijvingen. Met name vraag 1140 is vergelijkbaar met uw situatie.
Ik hoop u hiermede van dienst te zijn geweest.
Met vriendelijke groeten
W.F.K. Zaalberg (gastauteur)
Consulent LOB
Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen
Gerard Dousingel 15
3351 JE Papendrecht
19 september 2002