Grafrecht al dan niet verlopen? (en herbegraving)
11 september 2002
Vraag nummer: 1071 (oude nummer: 1406)
Mijn oud-tante heeft in 1963 het uitsluitend recht gekocht om lijken te doen begraven op een plek op de begraafplaats te Workum, zolang de begr.pl. haar bestemming behoudt en niet gesloten is verklaard. In 1986 is zij kinderloos overleden en aldaar begraven. Enkele weken geleden hoorden wij via via dat de grafsteen was verwijderd. Mijn vader nam telefonisch contact op, doch een voorgenomen bezoek ging niet door omdat mijn vader zelf plotseling is overleden. Ik heb toen mijn naam als contactpersoon doorgegeven. Op 9 sep stuurde de gemeente mij een brief dat mijn oud-tante is herbegraven, dat een grafherziening aan de orde was per 1 juli 1992 en of ik een huurperiode wens van 20, 30 of 40 jaar vanaf 1992.
Ik heb mij voorgenomen om op korte termijn een bewaarschrift in te dienen en een afspraak te maken om een mondelinge toelichting van de gemeente te vernemen. Als zou blijken, dat zij gelijk hebben, dan zou ik het bezwaarschrift kunnen intrekken. Kunt op basis van deze gegevens al iets zeggen over wie er gelijk heeft ?
Zijn er nog andere zaken die ik aan de orde moet stellen in het bezwaarschrift ?
Met vriendelijke groet, Tom Hoornstra
Antwoord:
Geachte heer Hoornstra,
Ik kan wat moeilijk zeggen wie gelijk heeft, als ik niet precies weet wat us stelling is en wat de stelling van de gemeente is en waarom.
Ik neem aan dat u stelt dat het graf van uw oud-tante behouden zou moeten blijven en dat ten onrechte de grafsteen is verwijderd.
Onduidelijk is waarom uw tante herbegraven is en wie daar toestemming of opdracht voor gegeven heeft.
Onduidelijk in uw verhaal is voor mij ook waarom de grafsteen er nog zou moeten hebben gestaan, als uw oudtante niet meer in dat graf zou liggen.
In het algemeen kan ik het volgende zeggen.
Bijna alle begraafplaatsen hanteren de regel dat na het overlijden van een rechthebbende op een graf, de rechten op het graf binnen een bepaalde tijd (een half jaar of een jaar) moeten zijn overgeschreven op naam van een nieuwe rechthebbende. Als dat niet is gebeurd, kan het grafrecht vervallen worden verklaard. Concreet kan dat inhouden dat in 1988 rechten vervallen zijn verklaard en de grafsteen verwijderd had kunnen worden en dat het graf in 1996 geruimd had kunnen worden. Dat had voorkomen kunnen worden als uw oudtante of haar nabestaanden er voor gezorgd hadden dat het graf op naam van een familielid of een rechtspersoon (zoals de in dit soort zaken gespecialiseerde Stichting Grafzorg Nederland) had gestaan.
De gemeente heeft dan echter, als zij in 1987 of later constateert dat het graf niet is overgeschreven, ook de plicht om op zoek te gaan naar nabestaanden die voor het graf veranwoordelijk willen zijn. Dat allemaal naar redelijkheid en billijkheid. Men hoeft niet het hele land af te zoeken, maar kan bijvoorbeeld in de bevolkingsadministratie kijken of er nog een broer of zus van die oudtante in de gemeente leefde en/of een jaar lang een bordje bij het graf plaatsen om zich te melden. Als er dan na verloop van tijd niemand gevonden wordt of niemand zich meldt, kan een graf(monument) rechtsgeldig verdwijnen.
Vreemd is in dit verband dat uw tante zou zijn herbegraven. Dat kan en mag nooit of tenimmer zonder toestemming van de rechthebbende op het graf. En, als er geen rechthebbende is, niet anders dan wanneer het grafrecht vervallen is verklaard. Maar daar moet dan een besluit van in een dossier zitten, dat de gemeente kan laten zien.
Het is verstandig - wat u nu van plan bent - om eerst eens met de gemeente te praten, om de feiten boven tafel te krijgen.
Het zou zo kunnen zijn, dat het grafrecht in 1963 weliswaar voor onbepaalde tijd is uitgegeven, maar dat naast grafrechten ook nog onderhoudsbijdragen moesten worden betaald (dat is bij 9 van de 10 begraafplaatsen zo) en dat die onderhoudsbijdragen voor een veel kortere termijn konden worden afgekocht. Dan is het uiterst merkwaardig dat dit in 1992 aan de orde kwam. Het is namelijk gebruikelijk om als in zoals in dit geval in 1986 is begraven en er nog maar voor 6 jaar onderhoudskosten waren betaald, in 1986 te regelen dat de onderhoudsbijdragen voor 1993 t/m 1998 bijbetaald werden. Men wil gewoonlijk - terecht - dat na een begrafenis de kosten betaald zijn voor de wettelijk voorgeschreven termijn van 10 jaar dat het lichaam in het graf moet rusten. Waarom is dit hier niet gebeurd?
Wie heeft er toestemming gegeven voor een herbegraving en waarom?
Waarom was een herbegraving aan de orde?
Pas als er duidelijke antwoorden zijn op deze vragen, is te zeggen of iets correct was of niet.
mr W.G.H.M. van der Putten
11 september 2002