Grafhuur voor "onbepaalde" tijd
1 oktober 2002
Vraag nummer: 1196 (oude nummer: 1532)
Sun Aug 29 22:16:12 1999
l.s.
In het register van onze begraafplaats, stichting en niet gemeentelijke begraafplaats, komen momenteel veel gehuurde graven voor welke meer dan 20 jaar geleden zijn verhuurd voor onbepaalde tijd. Dit is voortgekomen uit het gezegde: "Als U de huur ineens betaald is het graf voor onbepaalde tijd verhuurd".
Vaak gaat het om totaal bedragen van rond de fl. 400,-. Met deze situatie komen wij in de problemen aangezien wij voor een dergelijk bedrag anno 1999 geen onderhoud voor "onbepaalde" tijd kunnen verrichten. Er zijn zelfs huurders die van mening zijn dat hun grafrechten gelden tot opheffing van het kerkhof. Wij als bestuur vragen ons af of wij voor betreffenden de term " onbepaalde tijd" kunnen vervangen door "max 20 jaar" waarna verlenging van de huurperiode telkens met 10 jaren, tegen de nu geldende huurtarieven, mogelijk is.
Met vriendelijke groeten Fred de Bock
Antwoord:
Mon Aug 30 01:35:40 1999
Geachte heer De Bock,
De door u op 'uw' begraafplaats beschreven situatie is niet uitzonderlijk. Vroeger gaven begraafplaatsen vaak graven voor onbepaalde tijd uit. De vraag is echter, is onbepaalde tijd altijd eeuwig en is het mogelijk om naast het afgekochte grafrecht nog onderhoudskosten in rekening te brengen.
De eerste vraag die ik u moet stellen, is of er een oud reglement of een beheersverordening van uw begraafplaats is. Zo ja, dan moet u daarin nakijken wat omtrent de graven voor onbepaalde tijd geregeld is. Zo nee, dan is het de vraag of er vroeger akten werden opgemaakt. En wat staat daar in?
Als er helemaal geen schriftelijke stukken zijn, wordt het lastig. Echter, dan is het voor de rechthebbenden op graven ook niet te bewijzen dat de graven vroeger voor 'eeuwig' (de facto vaak tot het tijdstip van opheffing van de begraafplaats, maar soms zijn er grafrechten die kunnen doorlopen terwijl de begraafplaats wordt opgeheven, oftewel, als men de begraafplaats opheft en men er bijvoorbeeld huizen bouwt, zullen bepaalde stukken van 1 bij 2 meter in beginsel ongemoeid moeten worden gelaten) zijn uitgegeven. Voor hen is het dan lastiger, want degene die stelt een 'eeuwig' grafrecht te hebben, moet het ook kunnen bewijzen. De begraafplaats hoeft niet omgekeerd te bewijzen dat het niet zo is. Als dus niemand schriftelijke stukken heeft, zowel rechthebbende als de begraafplaats niet, is dat dus niet per definitie ongunstig. Wel kunnen rechthebbenden dan aan de hand van mondelinge verklaringen van bijvoorbeeld vroegere beheerders of kerkvoogden kunnen aantonen toch een recht te hebben.
U kunt echter niet zonder nauwkeurig onderzoek naar de status van de graven te hebben gedaan, de term 'voor onbepaalde tijd' vervangen door 'voor 20 jaar'. Dat is beslist en absoluut verboden. Er kan echter uit oude stukken als reglement of akte blijken dat niets wordt gezegd over onderhoudsbijdragen die afgekocht worden, of dat niet wordt uitgesloten dat de rechten onderworpen worden aan latere wijzigingen van een reglement. Dan kunt u alsnog een onderhoudsbijdrage invoeren! En wanneer men die niet betaalt, de graven opheffen.
U kunt, als uw begraafplaats lid is van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB), de situatie voorleggen aan het bedrijfsbureau van de LOB, die u als lid gratis verder helpt, zover men kan. U moet dan wel de situatie exact beschrijven en zo veel mogelijk documentatie als huidige en oude reglementen en voorbeelden van oude aktes e.d. meesturen. Als rechthebbenden op graven stellen dat zij een 'eeuwig'recht hebben, moeten ze ook stukken aan u overleggen, die u aan de LOB ter inzage kunt geven. Het postadres is Bedrijfsbureau LOB, Ing. W. Zaalberg, Nassaulaan 200, 3314 JR Dordrecht, telefoon (078) 6396599 (dit is zijn tel.nr. (bij de dienst Stadswerken van de gemeente Dordrecht) tot 1 april 2000, daarna (078) 6425048)).
Als u schriftelijke stukken hebt, mag u ze mij ook ter beoordeling zenden. Mijn adres staat bij de rubriek Info van deze site. Als u geen schriftelijke stukken hebt, kan ik echter niet meer opmerken dan wat ik hiervoor heb gedaan.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten
30 augustus 1999