Heropening gesloten begraafplaats (vervolg)
30 april 2003
Vraag nummer: 2212 (oude nummer: 2629)
Wed, 30 Apr 2003 17:18
Geachte heer Van der Putten,
Hartelijk dank voor uw antwoord. Is het niet eenvoudiger als de eigenaar, de gemeente, de graven gaat uitgeven? Hoe hoog zijn te verwachten kosten van een door u aan te passen reglement? Wij hebben nu als voorbeeld het reglement van de andere RK-begraafplaats in het centrum van Horst.
Met vriendelijke groeten,
G.F. Verheijen
Antwoord:
Geachte heer Verheijen,
Het heeft geen bijzonder voordeel en geen bijzonder nadeel als de gemeente als eigenaar van de begraafplaats gaat uitgeven. Overigens, we hebben het waarschijnlijk over de begraafplaats aan de Kloosterstraat (voor mij ligt Horster Historiën 5 mijn compliment voor deze zeer complete en interessante publicatie). Maar dan neemt de gemeente het beheer weer over. Althans, is het onverstandig om grafuitgifte en beheer los te koppelen.
De gemeente Horst aan de Maas is natuurlijk prima in staat om een begraafplaats te beheren, maar men moet er dan van uitgaan dat zakelijke overwegingen en zakelijke inzichten prevaleren. Maar is dat nu wat men wil? Ik hoef u niet te vertellen dat de gemeente 10 tot 15 jaar geleden de idee had om de begraafplaats op te heffen en er een soort parkje van te maken, waar men enkele monumenten wilde laten staan. Dat is een zakelijk verantwoorde optie. Maar vanuit cultuurhistorisch opzicht is het moord van de begraafplaats. Want is dan is gewoon zowel juridisch als in zijn uiterlijke verschijningsvorm geen begraafplaats meer.
Als de gemeente graven gaat uitgeven, hoe komt de stichting dan aan inkomsten voor het onderhoud? Je kunt natuurlijk veel met een groep vrijwilligers, maar dat heeft ook zijn begrenzingen. En het is geen waarborg voor continuïteit. Een inkomstenstroom is wél een waarborg voor continuïteit.
Ik meen dat - zonder te willen generaliseren een historische begraafplaats in de regel het meest gediend is met een stichtingsbestuur als beheerder, dan met een gemeente. Ik wil het niet generaliseren, omdat ik ook gemeenten ken waar men met veel zorg en toewijding veel werk maakt van historische begraafplaatsen of historische delen van begraafplaatsen. Maar dat is vaak het werk van één centrale figuur in de organisatie die er oog voor heeft en zich er sterk voor maakt. De organisatie als geheel niet. Ik ken ook historische begraafplaatsen van gemeenten, die de boel ontzettend laten versloffen. Men is er gewoon organisatorisch niet op ingericht om te doen wat men zou moeten doen. En politiek is het meestal een volstrekt oninteressant item. Dan gebeurt er niets. Maar een stichting die tot taak heeft om die ene begraafplaats te beheren, heeft geen in zichzelf tegengestelde belangen, zoals een gemeente die vaak heeft. En de bestuursleden zijn bereid om er meer tijd en moeite in te steken dan dat gemeenteambtenaren vaak kunnen en mogen (het is vaak geen kwestie van onwil, maar de politiek vindt andere zaken belangrijker).
Als men een begraafplaats nieuw leven in wil blazen door graven uit te geven, moet dat eigenlijk onderdeel zijn van een groter geheel: een visie en beheersplan. Je hoeft het niet alleen te laten bij uitgifte van nieuwe graven. Je kunt ook bestaande graven heruitgeven aan nabestaanden, om inkomsten te genereren. En wat is je doel: de begraafplaats als begraafplaats laten bestaan, met behoud van het karakter. Wat kan betekenen dat individuele graven kunnen verdwijnen. Of wil je in beginsel alle bestaande graven en monumenten onaangeroerd laten. Besef dan dat je in feite alle nabestaanden van die graven subsidieert. Op andere begraafplaatsen zou men aan het voortbestaan moeten bijdragen; waarom hier dan niet? Het kan een idee zijn om graven met een bijzondere cultuur- of kunsthistorische waarde te sparen, ook als geen nabestaande er meer naar omkijkt. Maar kijk dan niet alleen naar de meer monumentale burgemeestersgraven, maar ook vooral naar doorsnee-graven. Juist omdat doorsnee-graven vaak nergens bewaard en beschermd worden, kan het als tijdsdocument wel interessant zijn om er een aantal van te bewaren. Maar enfin, u moet er eigen ideeën over hebben.
Een goed reglement zie ik als een absolute voorwaarde. Het is u uit de geschiedenis van deze begraafplaats bekend wat het betekent als er geen inzicht is in de grafrechten: dat leidt tot eindeloze discussies en onbevredigende uitkomsten. Dat moet je in de toekomst voorkomen. Daarnaast kun je in of op basis van een reglement ook zodanige regels maken, dat je het karakter van de begraafplaats kunt beschermen. Daar moet je heel goed over nadenken, want je moet het niet te eng en niet te ruim stellen.
Het overnemen van een reglement van een RK-begraafplaats is een buitengewoon slecht idee. Het RK-model vertoont al grote mankementen, zoals de RK-kerkprovincie bekend is. Maar soms is het nóg erger geworden door wat ik maar noem lokale wijzigingen. Er zijn talloze voorbeelden van bepalingen die niet alleen onverstandig zijn, maar ook ronduit strijden met de wet. Extra vervelend is, dat veel parochies de reglementen hebben voorgelegd aan de bisdommen, ter goedkeuring. De kennis van diverse bisdommen op dit vlak loopt echter erg uiteen. Ik heb voorbeelden in mijn archief van RK-reglementen, waar óm de paar regels of gewoonweg onzin of juridische blunders staan, mét goedkeuring van de bisschop. Men heeft én geen praktijkinzicht en geen juridisch inzicht (de reglementen werden bij sommige bisdommen beoordeeld door niet-juristen, of juristen die vanuit een overwegend economisch-financiële invalshoek werken). Ik vind het heel vervelend om te moeten zeggen, maar het niveau van RK-reglementen is vaak ronduit bedroevend.
Een leek ziet dat er natuurlijk op het eerste gezicht niet aan af. Alle regels zijn voor een normaal mens een woordenbrij en klinken logisch en deftig. Maar men merkt het in de praktijk als men met bepaalde problemen van doen krijgt, dat het reglement geen of onvoldoende houvast geeft. Zelfs niet in tamelijk simpele zaken. In mijn praktijk heb ik vele voorbeelden.
Wat de kosten zijn van een goed reglement, zal ik u in een aparte mail vertellen.
mr W.G.H.M. van der Putten
30 april 2003