Een overleden kind is er voor even – en voor altijd
GrowingStories | 148 pagina's | november 2022
In 2021 werd het beleid rond de inleiding van een zwangerschap in Nederland aangepast. Sindsdien is het advies om een vrouw al vanaf de 41e week van haar zwangerschap de mogelijkheid te bieden de bevalling kunstmatig op gang te brengen. Daarvoor gold dat pas vanaf week 42, maar diverse onderzoeken toonden aan dat de kans dat een kindje overlijdt aanzienlijk kleiner wordt als niet nog een week langer wordt afgewacht.
Voor Sigur kwam dat advies te laat. Toen zijn moeder, elf dagen na de uitgerekende datum, geen leven meer dacht te voelen in haar buik, werd ze niet acuut naar het ziekenhuis gestuurd. Toen ze daar wat later wel belandde, had haar zoontje al geen echte kans meer. Toch is Sigur – voor even en altijd zeker geen publieke aanklacht. Het is vooral een boek dat de lezer meeneemt in de heftigste emoties die een mens in korte tijd te verwerken kan krijgen en dat veel ouders, naasten, vrienden en hulpverleners herkenning en troost kan bieden. Uniek aan dit boek is dat ook Sigurs vader en andere familieleden er bijdragen aan leverden, wat de impact van zijn korte bestaan op heel veel mensen nog verder benadrukt.
Even droevig als liefdevol, markeert Sigurs korte aanwezigheid op aarde de levens van zijn ouders en andere familieleden. Hij was er even, en toch is hij er altijd.
Over Rimke van der Geest
Rimke van der Geest (1974) werkt als ambulant verpleegkundige bij het Vroege Interventie Psychose team van Amsterdam. Daarnaast is ze voorzitter van Stichting Psychiatrie over de Grens. Van 2004 tot 2014 verbleef ze regelmatig in Nicaragua waar ze antropologisch veldwerk verrichtte en ouders met een psychotisch kind hielp. Ze schreef hier een boek over: ‘Mejor dejarlo tranquilo’, oftewel: ‘Het beste is hem met rust te laten’, naar een citaat van een vader van een van de kinderen.
In 2015 verloor Rimke haar zoon Sigur. Het zette haar opnieuw aan tot schrijven. Ditmaal ging het niet over het verdriet van ouders en hun zieke kind, maar over haar eigen verdriet.
Fragmenten uit het boek Sigur – voor even en altijd
Het is een wonderlijk gevoel als Sigur uit mijn buik glibbert. Nog wonderlijker is de aanblik van Sigur als de gynaecoloog hem omhooghoudt. Wat is hij lang! Hoe is het mogelijk dat dat heeft gepast? Ze leggen hem op mijn buik. Dat Sigur blauw en slap is, heb ik niet in de gaten. Ik maak mij nergens zorgen over. Dat heb ik als zondagskind nooit gedaan.
---
Tussen alle premature kindjes op de afdeling lijkt Sigur een sterke reus. Meer dan eens krijgen we van bezoekers en passanten goedbedoelde opmerkingen als ‘die redt het wel’. Op een avond komt een arts-assistent naast het bedje van Sigur staan. We hebben haar nooit eerder ontmoet, maar zien haar goedkeurend knikken. ‘Hij ademt vrijwel zelf,’ zegt ze. ‘Morgen kan de beademingsslang waarschijnlijk verwijderd worden.’ We blijven kalm en gaan er niet op in. Gerben heeft blijkbaar net als ik in de gaten dat de vrouw zich vergist. Ze kent zijn dossier niet, ze kent ons niet, ze zegt maar wat. Mogelijk is ze net als alle anderen ook misleid door Sigurs welvarende verschijning. Voor de zekerheid vragen we het de volgende dag na bij de kinderarts. Die kijkt even opzij naar een collega die zijn blik met een frons beantwoordt. Dan bevestigt hij ons vermoeden; de arts-assistent wist niet waarover ze sprak. Wanneer de beademing nu gestopt zou worden, zou Sigur komen te overlijden, legt hij uit.
ISBN 978-94-93089-66-2