Het kind in oudheid
"Visies op leven en dood in ..."
Een bezoek aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam gaf aanleiding tot deze column. Daar is nu een tentoonstelling te bezichtigen over het kind in de oudheid. Wij woonden ook een onderhoudende lezing bij over speelgoed in de oudheid, waarin ook het overlijden van kinderen belicht werd, en met name het meenemen van speelgoed in het graf..
De vroege Griekse, Romeinse, Egyptische of Etruskische culturen kwamen kriskras door elkaar aan bod. Het doet je wel beseffen dat rampspoed de bakermat is van kennis van het verre verleden. Gewone, dagelijkse handelingen worden niet opgetekend. Wijsgeren en andere lui die toentertijd in de pen (of wat daar toen voor stond) klommen hadden iets anders aan het hoofd. In menig geval is het de dood van een kind die ons kennis verschaft; een voor de hand liggende dood (bijv. ziekte) of een uitzonderlijke situatie (bijv. de uitbarsting van de Vesuvius).
Geboorte, huwelijk en dood waren de drie belangrijkste gebeurtenissen in een mensenleven en werden dan ook omgeven door rituelen. Bij de geboorte werd het kind gewassen en op de grond gelegd. De vader moest beslissen of hij de baby oppakte of niet. Zoniet, dan werd het in vele gevallen te vondeling gelegd bij een gezin dat geen kinderen kon krijgen. Eenmaal opgepakt, werd het kind gemeld bij de autoriteiten, zodat vast kon worden gelegd dat het om een vrij geboren kind ging. In plaats van geboortekaartjes hingen de ouders een teken op de deur - een olijftak voor een jongen, een streng wol voor een meisje. Het kind werd in doeken gewikkeld en kreeg een bulla - een amulet - om de nek, die je aflegde zodra je kind-af was, tegelijkertijd met je kinderkleding. Met 12, 13 jaar trouwden de meisjes (de jongens pas later) en werden gewassen met behulp van een vaas, de lebes gamikos.
Bij het verlaten van de kindertijd offerde het kind al het speelgoed aan de tempel van Artemis, Jupiter, Hera of Hermes, en als de tempel nou maar goed instortte, dan kunnen wij na 2000 jaar nog rondkijken in de "schatkamer". Ook de uitbarsting van de Vesuvius bedolf Pompeï onder een laag puin die ons heden ten dage de gelegenheid geeft om een duidelijk beeld te krijgen van wat de mensen toen zoal deden, in hun dagelijkse leven. De lichamen zelf zijn vergaan, maar de holtes die daardoor in het puin zijn ontstaan konden worden gevuld met gips, met griezelige beelden tot gevolg: mensen die zich op de grond hadden geworpen, kindjes met hun handen voor hun ogen, een baby'tje in zijn wieg. De verbeelding dringt op ons beelden van stromen gloeiend hete lava die alles en iedereen verschroeide, maar dr. Annemarieke Willemsen, een Nederlands expert op dat gebied die de lezing gaf, verzekerde ons dat ze gestikt waren door de giftige gassen die de lava voorgingen. We wisten niet meer of wij daar blij om moesten zijn.
De kindersterfte in de oudheid was zeer hoog: één derde van de pasgeborenen haalden hun eerste verjaardag niet, en nog eens 20% stierf in de volgende drie jaren. Vaak werden zij zeer eenvoudig begraven: kleine kinderen werden in een aardewerken vat (amfoor) begraven. Het exemplaar dat tentoongesteld werd had echter zo'n nauwe hals dat je je afvroeg hoe zij een kindje daarin konden wurmen. Maar soms werden er prachtige monumenten opgericht met afbeeldingen uit het leven van het kind, omgeven door familie, huisdieren, en speelgoed. We zagen ook een dia van een sarcofaag met een lijkkleed waar het kind op afgebeeld was.
Het favoriete speelgoed van het overleden kind werd hem meegegeven in het graf of in de sarcofaag: houten paardjes of andere beestjes op wieltjes, die je kon voortrekken aan een touw, yoyo's die niet onderdeden voor wat je tegenwoordig in de betere speelgoedwinkels vindt, tollen, ballen, poppen (gearticuleerde poppen - geen babygedaantes, eerder Barbie dan Babyborn - die in grote getallen werden gemaakt en verhandeld). Als het een meisje was die dood ging, dan gingen haar poppetjes het graf in, al dan niet met poppenkleertjes en poppenserviesje (wij zagen, hoe ontroerend, een lappenpop, honderd keer hersteld, gevonden in de armen van een meisje in een graf in Egypte), en soms miniatuurtjes van poppen, met bijbehorend gerei, en miniatuurtjes van andere dingen zoals schoenen en zo... die niet speciaal voor de poppenminiatuurtjes waren bedoeld. Zij nam ook haar handwerk, wol, gereedschap, enz... mee op haar reis naar de dodenwereld. En als dat kort voor haar huwelijk gebeurde, dan werd haar lebes gamikos in het graf gelegd.
Tot slot een paar inscripties die op grafstenen zijn gevonden:
"Jij, die over het water van dit moeras vol riet naar Hades je boot met doden roeit, eind van hun verdriet, reik het kind van Kinyras je hand, wanneer hij op de ladder stapt, en help hem aan boord, duistere Charon. Want door zijn sandaaltjes staat het jochie niet stevig, maar hij durft niet met zijn blote voetjes op het zand."
"De Moira (schikgodin) roofde mij weg en stond mij niet toe nobele dankbaarheid te betogen tegenover mijn ouders door voor hen te zorgen in hun oude dag."
"Vaarwel Leontianos, mijn lieve kind! Ik poog de drukkende last van mijn smarten te verlichten, vol heimwee naar je aanwezigheid. En om mijn overvloedige tranen te doen opdrogen verlang ik naar de dag waarop ik je schim zal zien, wanneer de aarde mij zal bedekt hebben."
"Aan Fronto haar vader, aan haar moeder Flacilla:
Dit meisje, dat mijn lust en mijn leven was, vertrouw ik aan u toe. Zorg voor haar rust. Zorg dat Erotion - ze is zo klein, niet bang is voor het hondemonster in de hel. Zes dagen nog, dan zou haar zesde lente zijn aangebroken. Maar haar meisjesspel zal tussen dode oude mensen zijn; ik hoop dat zij mijn naam nog zachtjes roept... Haar tere lichaam krijgt geen harde zode, nee, laat de aarde licht zijn op haar graf omdat zijzelf zo licht op aarde was. (Martialis V, 34)".