Weigering om kosten van verlenging te betalen
8 januari 2011
Vraag nummer: 7810 (oude nummer: 16322)
In 1975 is er een kindje op onze begraafplaats begraven. Omdat ik de administratie van de begraafplaats recent heb overgenomen, kwam ik er achter dat voor dat graf de grafrechten verlopen waren. De rechthebbende beweert nu dat hem indertijd mondeling is toegezegd dat hij geen grafrechten hoefde te betalen betalen en beroept zich op een "gegroeid recht" om niet te betalen.
Vraag: hoe kan ik dit probleem op een waardige manier oplossen, want het blijft natuurlijk een gevoelige zaak.
(PS de vorige administrateurs zijn niet meer in leven, ik kan dus niets meer navragen)
Antwoord:
Geachte heer,
Alleen door het verloop van tijd ontstaan geen rechten op een graf.
Het zich beroepen op een mondelinge toezegging (van wie, waarom en hoe) om geen grafrechten te hoeven betalen, is helemaal niets, behalve een leeg verhaal.
Ik hoor regelmatig van dit soort loze verhalen; heb er vorige maand nog een advies over uitgebracht aan een Brabantse gemeente die een kerkelijke begraafplaats had overgenomen.
Er is geen enkele reden om geen kosten in rekening te brengen bij verlengingen.
In het verleden, net als nu, volgden veel parochies de richtlijnen van het bisdom Den Bosch. De richtlijn was om geen lange termijnen uit te geven. En natuurlijk kosten voor verlenging te rekenen en om alles op papier te zetten.
Stel dat in het verleden wel bindende afspraken zijn gemaakt over het niet hoeven verlengen, wat neer zou komen op het eeuwigdurend maken van het graf, dan was dat zeer uitzonderlijk. Dus was er alle reden om er dan iets over op papier te zetten voor het nageslacht. Het had alleen een besluit van het bestuur kunnen zijn, geen mededeling van een administrateur. Betrokkene heeft echter niets op papier en in het archief van uw begraafplaats is geen aantekening te vinden.
Dat een dergelijke afspraak nooit gemaakt is, kan ik niet bewijzen. Maar de kans dat zo'n afspraak NIET gemaakt is en nooit bestaan heeft, acht ik 99,99%.
Als betrokkene zich op een bijzondere afspraak beroept, juist als het een bijzondere afspraak is die erg onaannemelijk is, zal hij het moeten bewijzen. Er is geen enkel bewijs, geen snipper papier. Ook de gebruikelijke gang van zaken in het verleden was anders. Er is dus geen enkele reden om het verhaal voor waar aan te nemen.
Dat het grafje er gewoon nog ligt, ook al is het recht niet verlengd of betaald, heeft geen enkele betekenis. Een begraafplaatshouder hoeft geen graven te ruimen, als hij nog voldoende ruimte heeft. Er ontstaat geen (nieuw) recht voor nabestaanden.
Geen verlenging betalen zou gewoon moeten betekenen dat het grafje geruimd kan en gaat worden.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van derPutten