Uitsluitende grafrechten en overgangsrecht
11 februari 2008
Vraag nummer: 5201 (oude nummer: 10303)
Geachte heer,
Een vraag van de houder van de gemeentelijke begraafplaats. Zoals bekend is de Wet op de lijkbezorging op 1 juli 1991 in werking getreden. Het uitsluitende recht op een graf wordt ex artikel 28 voor tenminste 20 jaar verleend (...)
Artikel 84 van genoemde wet (overgangsrecht) geeft aan dat uitsluitende rechten vóór het in werking treden van deze wet worden geacht een uitsluitend recht te zijn in de zin van artikel 28.
Uit de toelichting op de wet kan ik niet met zekerheid opmaken wat er moet gebeuren met uitsluitende grafrechten verleend vóór 1 juli 1991?
Bijvoorbeeld een uitsluitend recht verleend op 1 april 1991. Op grond van de wet is de vervaldatum in dit voorbeeld 1 april 2011. Daarna kan op verzoek steeds verlenging plaatsvinden met 10 jaar. Moet ik zo artikel 84 overgangsrecht lezen?
Graag verneem ik uw antwoord met betrekking tot deze overgangsrechtelijke kwestie.
Met vriendelijke groet,
Erik Smit
Antwoord:
Geachte heer,
Een vóór 1 juli 1991 verleend grafrecht is niet van rechtswege omgezet in een grafrecht voor 20 jaar. Stel dat in april 1991 een recht is gevestigd voor 15 jaar, dan loopt dat recht in april 2006 af. Het kan dan in april 2006 met maximaal 10 jaar worden verlengd. En in april 2016 opnieuw met 10 jaar worden verlengd, enz.
Het is niet zo dat grafrechten die op 1 juli 1991 bestonden en die voor een kortere periode dan 20 jaar golden, van rechtswege zijn omgezet in rechten van 20 jaar.
Dit is eind 1991 wel eens door het ministerie van Binnenlandse Zaken gecommuniceerd in het kader van de goedkeuring van belastingverordeningen (de kosten van begraven en van een graf op een gemeentelijke begraafplaats zijn immers belastingen), maar dit is in 1992 gecorrigeerd.
Zie ook blz. 133-134 van mijn 'Handboek Wet op de lijkbezorging' (uitg. Vermande 1993), of blz. 61-62 van mijn boek 'Begraving' (2e druk uitg. SDU 2007).
Artikel 84 houdt niets anders in dan dat een oud grafrecht geacht moet worden onder de regeling van de 'nieuwe' wet te vallen. Wat bijvoorbeeld inhoudt dat als een oud grafrecht geen recht op verlenging had, het nu (sinds 1991) wel heeft. Of dat als er in een oud grafrecht niets geregeld was over het kunnen vervallen op grond van ernstige verwaarlozing van het grafmonument, het nu wel mogelijk is dat het recht om die reden vervalt.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten