Schending grafrust?
9 november 2005
Vraag nummer: 4110 (oude nummer: 6838)
Geachte heer van der Putten,
onlangs hebben wij in een enkeldiepe (dubbelbrede) grafkelder een persoon bijgezet. In deze kelder lagen reeds de resten van > 40 jaar geleden overleden ouders. Deze zijn in 1996 samen aan een kant in een kist geplaatst teneinde ruimte te maken voor de wederhelft van de thans overledene. Omdat ons niet geheel duidelijk was waar de persoon in 96 begraven was hebben wij in beide ruimtes een kijkopening gemaakt en gekozen voor de kist die het meest vergaan was. Dit bleek achteraf de kist van de in 96 overleden persoon, die nu in een beenderenkist bij de recent overledene, dus terug in hetzelfde compartiment, is geplaatst.
Hebben wij hiermede nu strikt genomen de grafrust van 10 jaar geschonden, of wordt terugplaatsing niet als zodanig aangemerkt?
met vriendelijke groet,
Antwoord:
Geachte heer,
Ja, strikt genomen is de grafrust geschonden, als je als definitie van grafrust neemt dat je nooit aan stoffelijke resten mag komen en die niet mag verplaatsen. Maar de vraag is, of dat erg is.
Dit soort schending van de grafrust behoort soms tot goed en normaal begraafplaatsbeheer. Juist in de situatie die u beschrijft is het gerechtvaardigd dat u kijkt wat in het gegeven geval de beste oplossing is om de nieuwe kist te plaatsen. Er had eigenlijk aangetekend moeten worden waar precies in 1996 de nieuwe kist geplaatst was. Dat was wettelijk voorschrift. Er is immers een register van de begraafplaats, waarin men nauwkeurig (!) moet aanduiden op welke plaats iemand is bijgezet. Bij een kelder zoals u die beschrijft moet dus precies worden beschreven dat de oude resten aan de ene kant waren geplaatst en de nieuwe kist aan de andere. Strikt genomen was aan artikel 28 Wlb voldaan als alleen de exacte plaats van de kist uit 1996 aangetekend was. Maar wees altijd zo compleet en duidelijk mogelijk, lijkt mij.
Nu is dat aantekenen in dit geval niet gebeurd. Jammer, fout, maar niets aan te doen. Dan is het logisch dat u handelt zoals u handelde. En dat mag dus ook. Moet zelfs, zou ik zeggen.
Het storen van de grafrust op zichzelf is niet verboden. Het is alleen verboden als het onrechtmatig gebeurt. Dan kunnen we te maken hebben met grafschennis, zoals dat in het Wetboek van Strafrecht verboden is.
Het in orde maken of houden van het graf door de beheerder, voor een gerechtvaardigde reden zoals bijzetting, is niet onrechtmatig maar rechtmatig en niet strafbaar. Er is immers geen sprake van opgraving of van ruiming. Het doel van de handeling is heel erg bepalend voor de vraag of iets strafbaar is. In een geval als u beschrijft, mag men de botten even tijdelijk uit het graf nemen, die boel schoon maken, naast het graf herkisten en het bottenkistje terug zetten. Dan zijn de resten uit het graf geweest, maar opgraving was niet het oogmerk en het was een tijdelijke situatie. Dan zijn geen verloven of illegaliteiten aan de orde.
Stel dat de kelder wél was geopend met de bedoeling om de resten uit 1996 uit het graf te nemen en elders te herbegraven, dan was wel een strafbare handeling verricht.
Zie over de juridische effecten van het doel van een handeling (wel of geen verlof vereist, wel of niet strafbaar) ook het debat dat ik met mr. F. Mutter voer in het blad 'Uitvaart' van deze maand.
Zie ook vragen in de sub-rubrieken 'Graf ruimen' en 'Opgraven en herbegraven'.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten