Thanatopraxie
Een overleden lichaam voor korte tijd conserveren
Thanatopraxie is een lichte vorm van balseming die er voor zorgt dat het ontbindingsproces tijdelijk wordt stilgezet. Het lichaam van een overledene kan door thanatopraxie voor een aantal dagen weer een natuurlijke uitstraling krijgen. De cosmetische effecten van thanatopraxie kunnen nabestaanden helpen bij het afscheid nemen. Sinds januari 2010 is thanatopraxie bij wet toegestaan in Nederland.
Belangrijk om te weten
Lichaam oogt natuurlijker
Ontbindingsproces maximaal tien dagen vertraagd
Wettelijk toegestaan in Nederland
Hoe werkt thanatopraxie?
Doordat het bloed uit het lichaam wordt vervangen door een vloeistof met een conserverende werking wordt het normale ontbindingsproces vertraagd met maximaal tien dagen. Het vochtgehalte blijft op peil wat er voor zorgt dat het gezicht niet smaller wordt en het lichaam een natuurlijke kleur houdt. De overledene blijft hierdoor toonbaar en kan tot het moment van de uitvaart worden opgebaard zonder koeling en bij kamertemperatuur. Thanatopraxie is te verdelen in twee gebieden: de tijdelijke conservering en het cosmetisch gedeelte (het ‘restaureren’ van een overledene en het opmaken).
De behandeling
Bij thanatopraxie wordt een opening gemaakt in de lies of de hals. Via de slagader wordt een vloeistof met conserverende werking in de intacte bloedbaan gebracht, terwijl het eventueel nog aanwezige bloed via een ader wordt afgevoerd. De thanatopracteur masseert tijdens het injecteren de ledematen om een goede verdeling van de vloeistof in het vaatstelsel te bevorderen. Ook worden vocht en bloed afgevoerd uit de holle organen, lichaamsholtes en het spijsverteringskanaal.
De hoeveelheid en de samenstelling van de vloeistof die wordt ingebracht is afhankelijk van het postuur van de overledene en de doodsoorzaak. Gemiddeld wordt er tussen de vijf en tien liter vloeistof gebruikt. Bij de behandeling hoort ook het verzorgen en herstellen van het uiterlijk van de overledene. De totale behandeling draagt bij aan een optimale toonbaarheid van de overledene.
Kosten thanatopraxie
De kosten van thanatopraxie worden bepaald door de uitvaartondernemer en de Thanatopracteur. Gemiddeld genomen kost een behandeling 500 euro. Het kan soms wat duurder worden wanneer een Thanatopracteur bijvoorbeeld van ver moet komen.
Het cosmetische effect van thanatopraxie
Bij thanatopraxie is het cosmetische effect voor de nabestaanden het meest opvallende. Doordat de bloedcirculatie in het lichaam tot stilstand is gekomen zullen na het overlijden aanvankelijk donker gekleurde vlekken ontstaan, dit heet Livor mortis of lijkvlekken. Dit komt omdat het bloed naar de laagst gelegen plaatsen van het lichaam zakt. Ook in de vingertoppen en oorlellen, waar zich vele kleine bloedvaatjes bevinden, zullen verkleuringen ontstaan. Snel na het overlijden ontstaan hier bloedstolsels en omdat er geen afvloeiing meer is, zal door de ontstane druk een donkere verkleuring ontstaan.
Door de huid van de overledene licht te masseren zal de licht getinte conserveringsvloeistof de bloedvaatjes vullen. Na de behandeling zal de overledene in plaats van wasbleek met donkere vlekken weer een meer natuurlijke kleur krijgen.
Thanatopraxie en restauratieve technieken
Nadat de overledene is behandeld, wordt deze gekleed. Op verzoek van de nabestaanden kunnen er cosmetische producten opgebracht worden. Wanneer een overledene bijvoorbeeld ten gevolge van een ongeval beschadigd of verminkt is, zal de thanatopracteur in veel gevallen in staat zijn door middel van hecht- en lijmtechnieken de beschadigingen te herstellen. De restauratie van overledenen stelt de nabestaanden in de gelegenheid alsnog afscheid te nemen.
Behandeling door professionals
De Nederlandse wet schrijft geen specifieke eisen voor aan mensen die thanatopraxie uitvoeren. Artikel 71 van de Wet op de lijkbezorging zegt alleen dat bij ministeriële regeling eisen gesteld kunnen worden aan de opleiding en de vakbekwaamheid van degenen die de bewerking uitvoeren, alsmede aan de wijze van bewerking. In de praktijk houdt dit in dat de overheid een bepaalde vakbekwaamheid verwacht van de persoon die de behandeling uitvoert. Mocht blijken dat daar niet aan wordt voldaan dan kan de minister later alsnog komen met opleidingseisen. Momenteel zijn er dus geen opleidingseisen.
Voor- en nadelen
Na de thanatopraxie behandeling kan de overledene worden opgebaard bij een normale kamertemperatuur, zonder dat daarbij gebruik gemaakt wordt van een koelinstallatie. De opbaring zonder koelinstallatie voorkomt warmtevorming en motorgeruis in de opbaarruimte.
Thanatopracteurs zeggen dat de overledene er door de behandeling minder dood uitziet. Dat kan een voordeel zijn maar enkele critici zeggen dat dit juist afbreuk kan doen aan het rouwproces. Zonder een thanatopraxie behandeling zien nabestaanden dat het lichaam achteruit gaat, dat zou volgens de critici van thanatopraxie helpen bij de bewustwording dat het tijd is om afscheid te nemen. Aan de andere kant is het zo dat sommige mensen angst hebben om te kijken naar een overledene, die angst kan minder worden wanneer hun geliefde er bij de opbaring uitziet zoals men hem of haar kende.
Thanatopraxie is een invasieve behandeling (behandeling waarbij met instrumenten het lichaam wordt binnen gedrongen) waardoor deze als ingrijpend kan worden ervaren. Een ander nadeel zijn de kosten. Een thanatopraxie behandeling kost ongeveer 500 euro.
Verschil tussen balseming en thanatopraxie
Bij balseming gaat het om conservering voor een zeer lange termijn, terwijl thanatopraxie slechts een uitstel van de intreding van de ontbindingsverschijnselen beoogt. De gebruikte vloeistoffen verschillen dan ook.
Bij balsemen wordt er gebruik gemaakt van een relatief hoog percentage formaline. Bij thanatopraxie is het bestanddeel formaline heel gering (0.5%). De rest van de vloeistof bestaat uit kleurstoffen, zouten en andere mineralen in een bepaalde samenstelling die de lichaamscellen tijdelijk, voor ongeveer 10 dagen, conserveren.
Er zijn ook experts in Nederland die vinden dat er eigenlijk geen sprake meer is van een verschil tussen balsemen en thanatopraxie. Volgens hen is de behandeling (nagenoeg) gelijk en zit het enige verschil in de samenstelling van de vloeistof die wordt gebruikt.
Ontstaansgeschiedenis
Rond het jaar 1800 was koeling nog een onbekend fenomeen. Wanneer iemand kwam te overlijden betekende dat in veel gevallen een snelle ontbinding.
De Franse legerarts Gannal werd tijdens zijn studie chirurgie regelmatig geconfronteerd met de thanatomorphose (lijkontbinding) en de daaruit voortvloeiende kwalijke geuren en vrijkomende lichaamsvochten. Door de lichamen te injecteren met een vloeistof op basis van een acetaatoplossing en aluminiumzout ging hij de strijd aan tegen de ontbinding. In de loop der jaren verbeterde hij deze vloeistof. De arts van Napoleon heeft na het overlijden van de keizer op het eiland St.Helena dezelfde conserveringsmethode gebruikt.
Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog werden door Thomas Holms diverse conserveringen uitgevoerd, omdat de lichamen van gesneuvelde soldaten vaak over grote afstanden moesten worden vervoerd: van het front naar huis. Prof. J.H. Clark stichtte in 1852 de eerste opleidingsschool in Cincinatti. In de Verenigde Staten van Amerika worden tegenwoordig bijna alle lichamen met een hygiënische conserveringsmethode behandeld.
Na de Tweede Wereldoorlog werd thanatopraxie eerst in Engeland en daarna in Frankrijk een vrij algemeen gebruikte conserveringsmethode. Momenteel wordt 80-90% van de Engelsen na hun overlijden tijdelijk geconserveerd en in Frankrijk circa 45% van alle overledenen.
Wettelijke bepalingen ten aanzien van conserverende behandelingen
In Nederland mogen overledenen niet worden gebalsemd of aan een andere conserverende werking worden onderworpen, behalve aan een conserverende bewerking die ten hoogste tien dagen effect heeft.
Voor het balsemen van een overledene worden enkele uitzonderingen gemaakt. Het gaat dan om overledenen die internationaal vervoerd moeten worden of voor ontleding (mensen die hun lichaam ter beschikking stellen van de wetenschap). Het verbod op balsemen geldt niet voor leden van het Koninklijk Huis. Daarnaast kan de minister van Volksgezondheid verlof tot balsemen geven. In de afgelopen decennia zijn dergelijke verloven bijvoorbeeld afgegeven voor vooraanstaande geestelijken zoals katholieke bisschoppen en de bisschop van de Syrisch Orthodoxe kerk.
De huidige regeling (per 1 januari 2010) staat in Artikel 71 Wlb (Wet op de lijk bezorging)
1. Een lijk wordt niet gebalsemd of onderworpen aan enige andere conserverende bewerking die niet is gericht op gebruik van delen van het lijk ingevolge de Wet op de orgaandonatie. In uitzonderlijke gevallen kan Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontheffing van dit verbod verlenen.
In de ontheffing wordt de wijze en de plaats van de lijkbezorging vermeld. De artikelen 12-15 zijn van overeenkomstige toepassing.
2. Het verbod, vermeld in het eerste lid, is niet van toepassing, indien het lijk tot ontleding bestemd is of naar het buitenland wordt gezonden.
3. Artikel 69 is van overeenkomstige toepassing. Indien het lijk tot ontleding is bestemd, is alleen het tweede lid van dat artikel van overeenkomstige toepassing.
4. In afwijking van het eerste lid kan een lijk worden onderworpen aan een conserverende bewerking die ten hoogste tien dagen effect heeft.
5. Een bewerking als bedoeld in het vierde lid vindt eerst plaats nadat is vastgesteld dat verwijdering van een of meer organen als bedoeld in de Wet op de orgaandonatie niet zal plaatsvinden.
6. Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden gesteld aan de opleiding en de vakbekwaamheid van degenen die de bewerking, bedoeld in het vierde lid, uitvoeren alsmede aan de wijze van bewerking.