Verklaring over obducties en het bewaren van organen.
Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP)
dinsdag 13 februari 2001
VERKLARING
De Nederlandse Vereniging voor Pathologie betreurt de grote ophef die is ontstaan n.a.v. berichten in de pers over obducties en eventuele opslag van organen. Ze stelt er prijs op te verklaren dat er geen sprake is van illegale praktijken, en dat de situatie in Engeland zeker niet hetzelfde is als in Nederland. Langdurig bewaren van organen is hier geen gebruik.
De Vereniging heeft de maatschappelijke trend naar een grotere behoefte aan informatie gesignaleerd en werkt dan ook aan een tweetal brochures, waarvan één specifiek gericht op de nabestaanden, waarin wordt uitgelegd wat het belang is van het laten verrichten van obductie, en wat obductie inhoudt. Naar verwachting zullen de folders, na consultatie van o.a. de NP/CF, op korte termijn beschikbaar zijn. Hieronder volgt een korte samenvatting van de inhoud van de folders.
Een obductie (of sectie, autopsie of lijkopening) is het onderzoek van een overleden patient. Het is een omvangrijk onderzoek, waarbij de inwendige organen van de overledene onderzocht worden.
Het is belangrijk dat er obducties gebeuren. Het onderzoek is een belangrijk middel om de diagnose en de behandeling van de patient te evalueren. Gezien de complexiteit van het menselijk lichaam en de grote diversiteit aan ziekten is het noodzakelijk dat artsen zich constant afvragen of alles rond de diagnose en/ of behandeling van de patiënt wel goed is gegaan, en dat ook laten toetsen. Daarnaast zijn obducties belangrijk uit wetenschappelijk oogpunt en kunnen artsen, verpleegkundigen en medisch studenten er veel van leren. Allemaal zaken die de kwaliteit van de gezondheidszorg ten goede komen.
De procedure rond een obductie is als volgt:
1 De nabestaande(n) wordt door of namens de behandelend arts om toestemming gevraagd. Zonder die toestemming wordt er geen obductie verricht, behalve bij verdenking op een misdrijf. In dat geval kan de officier van justitie obductie gelasten en is toestemming van de familie niet nodig. In alle andere gevallen is toestemming vereist.
2 Bij de vraag om obductie hoort ook informatie van wat een obductie inhoudt. Die informatie wordt verschaft door de arts die de vraag stelt. Iedereen zal dit op zijn/haar eigen manier doen, en meer of minder vertellen. In het kort houdt een obductie het volgende in:
Het lichaam, ( zowel borst- als buikholte) wordt geopend; de verschillende organen worden geinspecteerd, en daarna uit het lichaam genomen, gewogen, nader bekeken, en ingesneden om ook de binnenkant te inspecteren. Dan worden er kleine weefselstukjes van elk orgaan uitgenomen voor aanvullend onderzoek onder de microscoop. Daarna worden de organen in principe weer in het lichaam geplaatst (voor uitzonderingen hierop, zie punt 3), wordt het lichaam gesloten en gewassen, en tenslotte overgedragen aan de begrafenisondernemer. Als de patient voor een opbaring wordt aangekleed, is er van de obductie niets meer te zien.
Er zijn een aantal redenen om organen of delen ervan iets langer te bewaren:
- Het orgaan is heel klein, zodat het in zijn geheel voor het aanvullend microscopisch onderzoek moet worden meegenomen.
- Het orgaan toont een ingewikkelde afwijking die nader bekeken moet worden, eventueel met een expert.
- Het orgaan moet, voor het bekeken kan worden, eerst bewerkt worden (dit kost meer tijd dan de obductie zelf); goed voorbeeld hier is het onderzoek van de hersenen;
Bovenstaande redenen leiden overigens niet tot langdurig bewaren van organen of delen van organen. Als het doel om het ( deel van het ) orgaan te bewaren, het stellen van de diagnose, is bereikt wordt het materiaal gecremeerd.
- Het orgaan toont een bijzondere, "illustratieve" afwijking, die voor medisch onderwijsdoeleinden buitengewoon geschikt genoemd kan worden (dat zal overigens zelden voorkomen).
In deze gevallen zullen de bewaarde organen niet mee begraven /gecremeerd kunnen worden.
Het is van belang dat de nabestaande(n) hiervan op de hoogte zijn. Zij kunnen hiertegen bezwaar maken, als ze dit niet willen. In dat geval zal er niets bewaard worden.
Als er toestemming is gegeven, wordt de patiënt naar het mortuarium gebracht en wordt binnen afzienbare tijd de obductie verricht. De patholoog maakt hiervan een verslag en stuurt dit naar de arts die om de obductie heeft gevraagd. Deze kan dan een afspraak maken met de nabestaanden om de bevindingen te bespreken.
Een nabestaande kan altijd aangeven aan de arts dat hij of zij bepaalde onderdelen van de obductie liever niet ziet gebeuren. Met zulke bezwaren /verzoeken wordt uiteraard rekening gehouden.
Tenslotte kan gezegd worden dat een obductie op een respectvolle wijze wordt verricht, en dat het beschouwd kan worden als de laatste gift van de overledene aan zijn medemens. Print deze pagina