Nieuwe column Mariska Overman-Bruntink: Geen sinecure
donderdag 21 december 2017
Onlangs ontmoette ik Karin. Karin is tweeëndertig en gaat dood. Preciezer gezegd, want dood gaan we allemaal: ze heeft kanker met uitzaaiingen en weet dat ze niet ontzettend lang meer zal leven. En niemand weet exact hoe lang ‘niet ontzettend lang’ is, maar ze zal niet oud worden. Karin is de spiegel van ons aller toekomst, en op een dag zullen we allen zelf Karin zijn.
Ik heb met haar gesproken, en onmiddellijk merkte ik (weer) hoe moeilijk praten met iemand die dood gaat kan zijn. Zelfs als je je professioneel met het onderwerp bezighoudt, blijkt het niet eenvoudig. Ik betrapte mezelf erop dat ik me bijna bij elke zin bewust was van de impact: was ik te direct? Te nieuwsgierig? Of wek ik de indruk medelijden te hebben en wil ze dat niet? Of straal ik onbewust opluchting uit: zij gaat, ik niet? Al is die gedachte onzinnig, want niets garandeert dat ik langer leef dan zij, de dood wacht niet op diagnoses om toe te slaan.
Allerlei gedachten die ik had, kwamen ineens op een weegschaal terecht. En alles lijkt ineens tegelijkertijd zo triviaal en zo belangrijk. En belachelijk. Alle ervaringen die ik deel, voelen onzinnig. Want wat is nog erg in het licht van de dood? Niets toch? Alles wat in mijn leven op dit moment rampzalig is, valt weg in dat licht. Dus spreek ik die gedachten niet uit. Of wel, en voel ik me daarna belachelijk of zeurderig.
Ik weet niet wat Karin achteraf dacht over onze ontmoeting. Ik heb het niet gevraagd, want ook dat voelde weer overdreven Of sentimenteel. Of aanstellerig. En eigenlijk maakt het niet uit. Wat ik wil zeggen met dit blog is dat het gewoonweg ingewikkeld is. Het ongemak dat ik voelde, dat waarschijnlijk veel mensen voelen, is er, en dat zal niet zomaar verdwijnen. Maar ik voel me liever ongemakkelijk dan dat ik het uit de weg ga. Ik twijfel liever over wat ik zeg dan dat ik zonder twijfel alle Karins ga ontwijken.
Praten met iemand die dood gaat. Het is geen sinecure, er is geen recept voor, maar het is zó belangrijk. Want ondanks alle onzekerheid die ik erbij ervaar, ervaar ik ook contact en menselijkheid. En dat is waardevol. Voor Karin, hoop ik, voor mij. Meer kunnen we niet voor elkaar betekenen, toch?
P.S: er is een vrij simpele oplossing voor al die gedachten en twijfels in dit soort ontmoetingen (die ook geldt voor praten met iemand die rouwt): benoem het. Beter zeggen dat je niet weet wat je moet zeggen, dan het niet zeggen.